zaterdag 10 augustus 2013

De Weter

Dat de mensheid bestaat uit Weters en niet-weters is genoegzaam bekend hoor, ik bedoel maar; in een cultuur waar kennis kapitaal is, er zelfs economie mee wordt bedreven is het weten essentieel. De niet-weters vinden dat helemaal niet, zij hameren voortdurend op het denken als een soort ziekte. Denkers zijn niet fris, gestoord; autisten zijn het, afwijkende lulhannessen. Denkers veroorzaken schijnrampen als klimaatstoornis, teveel weten is de dood voor het groeimodel, denken leidt tot multiculturele geldverspilling... Dat niet-weters fier zijn op hun flagrante ignorantie is verbijsterend en onbegrijpelijk, merkwaardig genoeg om ze maar in die overtuiging te laten dan...

Een Weter die niet weinig koketteert met zijn status van wandelende encyclopedie is de Britse letterkundige en filosoof George Steiner. Hij behoort tot de uitstervende soort die in elk geschrift en elk dispuut of interview te kennen geeft volledig thuis te zijn in wereldliteratuur, geschiedenis, kunst en filosofie. Sommige Weters doen dat in gepaste terughoudendheid, wel wetend dat wat zij weten niet bijdraagt tot hun populariteit. In ons eigen landje hebben we Maarten van Rossum die zich ook geen lor aantrekt van zijn critici die hem maar een nare zuurpruim vinden, een relativist (wat niet zo is, hij praat wat lijzig, dat is alles) die elk argument met een tegenargument volledig stript tot op het bot. Daar maak je geen vrienden mee, want de niet-weter heeft toch wel een ding gemeen met de Weter; hij meent het beter te weten. Want hoezeer de niet-weter kennis verafschuwd, studeren als een tijdverdrijf voor rijkeluiskindjes afdoet of kindertjes die in de gymzaal altijd als laatste werden gekozen - nerds dus - in de tegenwoordige tijd met alle kennis opgeslagen op het world wide web, kan hij alles in een fractie van tijd opzoeken en ermee voor de dag komen als: ja, Weter. De niet-weter gaat er bijna altijd aan voorbij dat zijn opgepikte kennis in bijna alle gevallen subjectief is, dus niet substantieel. De ware Weter prikt er zo doorheen en maakt van zijn hart geen moordkuil en zo worden talloze discussies gevoerd op het scherpst van de snede, soms tot bloedens toe.

Over Steiner gaat een anekdote verteld door kunsthistoricus van Os, bekend van zijn TV-optredens, dat toen hij eens de kantine van Princeton (VS) binnenkwam en Steiner  te midden van een groepje studenten zag zitten oreren, een Amerikaanse collega hem toefluisterde: Let's try to avoid this permanent display of erudition. Duidelijk een van de velen die ooit het onderspit moest delven tegen de eruditie van Steiner.

De moraal van dit verhaal? Mensen als Steiner en van Rossum die stug door blijven gaan met het uitstallen van hun kennis tegen het volksempfinden dat Weters als de wiedeweerga moeten worden gemeden als de nieuwe lepralijders, blijven nodig in het academie mijdende landschap. Kennis is geen kennis zonder wetenschappers die iedere kennis kunnen fileren tot op het bot en daar verschillende zienswijzen op los kunnen laten. Net als kunstenaars nodig zijn om de mensheid een spiegel voor te houden, een beeld dat compleet verschilt van verstarde opvattingen. Maar ja, ook kunstenaars zijn het slachtoffer van de niet aflatende intellectuelenhaat van het postmodernistische gezelschap dat samenleving heet.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten