dinsdag 20 augustus 2013

De ideale redenaar


Cicero's redenaarstalent ontlokte aan zijn tijdgenoot Quintilianus de uitspraak dat Cicero niet de naam van een man was, maar die van de welsprekendheid zelf. In zijn boeken over de retorica laat Cicero levendige discussies houden tussen ontwikkelde Romeinen uit zijn tijd over de eisen aan goed redenaarsschap. Vanzelf moet een goed redenaar beschikken over een brede algemene ontwikkeling, en kennis van zaken om goed te spreken volgens hen. Ik ben het daar niet volledig mee eens, omdat mij weleens bijna een auto in de maag gesplitst is door een ongeschoolde handelaar in tuinkabouters die zelfs ter plekke zijn schoonmoeder verkocht voor de somma van vier tientjes voor een halfuur seksplezier. De auto interesseerde me niet, zijn schoonmoeder des te meer. Maar de kabouterverkoper kon me echt niets vertellen over de auto en wist zelfs het merk niet. Voor de goede orde, ik betaal niet voor seks, nooit gedaan toch kreeg ik het voor elkaar de schoonmoeder na het proefritje op de achterbank van de net niet gekochte auto te 'portretteren'. Er is altijd baas boven baas zullen we maar zeggen met een vette knipoog.

De dialogen van Cicero munten uit in het fileren van elkanders betoog. Opbouw, invulling en voordracht, het werd tot een kunst verheven, een kunst die slechts aan weinigen was voorbehouden. Want nogmaals: als redenaar had je tenminste het Lyceum afgerond, om maar een poging te mogen wagen tot beïnvloeding van het gehoor. Natuurlijk hebben we het hier over het metier van de politicus. Verkoperskunstjes leer je in de praktijk, het slijten van je familie aan hoerenlopers is heus niet voorbehouden aan de happy few die met de losse pols alle stadia van ons pretentieuze onderwijsstelsel hebben doorlopen. Trouwens, de een doet het inderdaad met 'losse handen' de ander gaat moeizaam tot het uiterste om de dans van het 'stralen' te ontlopen.

Wat beoogd de ideale redenaar met zijn of haar talenten anders dan zijn of haar toehoorders te beïnvloeden, te manipuleren; te overtuigen van zijn of haar argumentatie tegen of voor dit en dat. De kabouterverkoper deed het op zijn manier, Obama, om maar eens iemand te noemen die aantoonbaar over magische redenaarskwaliteiten beschikt heeft zo zijn eigen redenen om het gehoor vast te spijkeren aan zijn koersvoornemen. Ook legendarisch is Marcus Porcius Cato, voorganger van Cicero als het ware, die elke redevoering over welk onderwerp dan ook consequent afsloot met de woorden dat naar zijn mening Carthago, hoofdstad van de vijandelijke Griekse vijfde colonne, verwoest diende te worden. Ik zie het Wilders nog niet doen, ook al heeft hij de lessen van de retorica goed tot zich genomen. Wilders mist de toon en de essentie van de ideale redenaar. Ik meen dat er sowieso weinig Nederlandse politici zijn die het redeneren tot op grote hoogte hebben weten te krijgen. Abraham Kuijper moet een groot redenaar zijn geweest, maar ver voor mijn tijd actief. Ook Professor Diepenhorst was een stijlvol redenaar in de jaren zestig en zeventig van de 20'e eeuw. Volgens Wikipedia: "Hij was bekend en geliefd vanwege zijn radio-causerieën [...] onder de titel In het Parlement en Daarbuiten, waarin hij in staat bleek - naar het leek - minutenlang een grammaticaal volstrekt correcte zin te formuleren en daarbinnen inhoudelijk welluidende uitspraken te doen, waarbij hij evenzo ellenlange bijzinnen wist te voegen, die, op de juiste plaats, bijna hoorbaar van vele komma's, gedachtenstreepjes en andere interpuncties werden voorzien [...]" Ik herinner me als op de dag van toen zijn bekakte uitspraak, de rollende errr... en verstaanbare dictie als het stijlkenmerk van mr A. I. Diepenhorst die altijd zijn zinnen afsloot met een duidelijk hoorbare punt!

Enfin, de ideale redenaar probeert zijn of haar invloed - nee beter gezegd heeft invloed op zijn of haar gehoor, zodanig dat de massa zijn aanwijzingen volgt naar de door de spreker gewenste richting. Ik kan het niet laten, maar het is dezelfde tactiek die het nu zo modieuze NLP therapeutische volkje hanteert... Mijn grootvader zei altijd dat het Volk nergens goed voor is dan alleen de stem van de menner te ontvangen en te gaan waarheen hij wil. En omdat ik ook de onvolprezen roman van George Orwell heb gelezen (1984) kan ik niet anders dan mijn grootvader gelijk geven. Immers, Wilders heeft 1,5 miljoen aanhangers en die domineren het discours van het oerHollandse conservatisme en vreemdelingenhaat. Net genoeg om ergerlijker te zijn dan die hippe NLP'ers.

Terug bij Cicero; Marcus Tullius Cicero (106 ~ 43 vC) die het weten van de redenaar op een hoger plan trok, daaraan de status van ideale redenaar ontleende en ongeëvenaard was tot zijn dood aan toe. Cicero's weten besloeg een uitgebreid terrein... van ethiek, dialectiek en theologie tot politieke en juridische gebieden tijdens een steeds ernstiger wordende politieke sociale crisis. Hij zou het onderspit delven tegen de hardheid en geslepenheid van op alleenheerschappij beluste politici waarbij Ceasar en Antonius als de veldheer-keizers de kroon spanden. Cicero geldt ook als de gladde prater - de kabouterverkoper die de kuisheid van zijn schoonmoeder probeert te slijten aan iedere passant - de manipulator en demagoog.

Vanwaar dit betoog, kun je jezelf afvragen. Nou ja, mij wordt ook vaak verweten dat ik te rad van tong ben, in dusdanige raadsels praat dat de oren van de hoofden rollen en als ik een appetijtelijke schoonmoeder had bezeten, waanzinnig rijk had kunnen zijn van haar inspanningen op seksueel gebied. 'Nu in gewoon Hollands graag' is de standaard afsluiter op mijn talloze betogen voor toch meestal wel hoogopgeleide figuren die vaak ook nog eens een graad in het een en ander bezitten. Ik wil er maar mee zeggen dat ik heimelijk geniet van mijn vermogen om met woorden te spelen, ze zo in te kleden, ook al zijn het de woorden die iedereen gebruikt, dat het water tot aan de lippen komt bij mijn gehoor.

Daarmee is de laatste zin alweer geschreven...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten