donderdag 18 december 2014

Hete december

Het is warm, verrekte warm. Op het Binnenhof lopen kerels in hemdsmouwen te puffen van de hitte. Een minister, die best wel geproportioneerd genoemd mag worden, heeft haar jurk uitgedaan en loopt hanig op haar hoge hakken met niet meer aan dan een broekje en een topje. In die smoorhitte, dansen journalisten naakt door plassen en zingen elkaar toe. Het is een dolle boel daar rond dat Torentje waar alle ramen open staan en het geblaf en gehuil van fractieleiders hol over de klinkers galmt. "Tom Poes, verzin een list," Bast de Minister van Veiligheid tegen de voorzitter van de ministerraad. "Ik heet Mark!" Sist deze. "Word je seniel of zo?!" Stamelend struikelt de Minister van Veiligheid naar de kast met kopjes en schenkt zichzelf zwarte koffie in. Het is ook niet niks. Een wetsvoorstel wordt ter stemming gebracht in de grijzende spelonken van de Eerste Kamer en valt door tegenstemmen van nota bene de coalitiepartner.

De Minister van Volksgezondheid valt huilend in de armen van de pas gescheiden fractievoorzitter die stiekem haar billen betast voor hij gaat zeggen het meteen te gaan regelen. "Die heeft lekker billen," denkt hij, "komt vast door het pluche."

Dat regelen gaat zo. De pas gescheiden fractievoorzitter roept de drie dissidente senatoren bij zich, laat zich vergezellen door de vicevoorzitter van de ministerraad en de Minister van Financiën. Ze praten urenlang tegen de stijfkoppen aan, maar die wijken geen duimbreed. Er is er zelfs een bij die geniepig zegt dat wat hem betreft het kabinet wel mag vallen. "Prutsersvriendje," zegt hij vilein tegen de kalende bullebas die bekend staat om zijn woedeaanvallen tegen het journaille van een fascistisch orgaan. Mooi dat weten ze dan. er is geen houden aan. De drie senatoren blijven bij hun tegenstem. Dat het niet eens meer kan, de klok terugdraaien... dat dringt kennelijk niet door bij de fractievoorzitter en zijn secondanten.

Het beraad duurt nu al meer dan drie dagen, en er lijkt nog steeds geen oplossing te komen. Nogal wiedes, zeggen de staatsrechtsgeleerden. Een wetsvoorstel dat door de Eerste Kamer verworpen wordt, mag niet opnieuw in stemming gebracht worden en moet terug naar de tekentafel. Daarna in stemming gebracht worden in de Tweede Kamer alvorens zo'n hernieuwd wetsvoorstel weer naar de Eerste Kamer kan. De voorzitter van de ministerraad en zijn moederlijke Minister van Volksgezondheid (die met die lekkere billen) eisen echter dat de wet onveranderd wordt ingevoerd... Eerste Kamer of niet! Hebben ze geen kaas gegeten van artikel 62 van de Grondwet en artikel 101 van het Reglement van Orde der Eerste Kamer? Natuurlijk wel. Maar ze gaan ervan uit dat geen mens in de lande en de Kamers weet heeft van die artikelen. Zelfs de journalisten die elkaar lopen te dollen, laten niet blijken er verstand van te hebben. Ze blaten de een na de ander dat de drie dissidenten aanstonds hun fouten wel zullen inzien, het kabinet gaan redden door alsnog voor te stemmen.

Ah... Nederland, het land met de hoogst hoogopgeleide onderdanen van een wereld die in domheid wegzakt, is al dagen in de veronderstelling dat wetten en regels gemaakt zijn om je reet aan af te vegen net als de wegenverkeerswet, de regels van omgang en sociaal verkeer en het feit dat racisme wordt gezien als gezond volksbevinden. Dag Nederland! Veel plezier in de krochten van de waanzin. Psycho-idioten!

dinsdag 18 november 2014

Feedback

De ziekte van vandaag, feedback. Feedback is niets meer en minder dan kritiek op de ontvanger. Feedback suggereert kennis, wetenschap, het beter te weten hoe het hoort. Krijg je feedback, mag je jezelf in de handen klappen. Je krijgt aandacht en sturing! Als je dat maar weet. Volgens de Carrièretijger is ..."Feedback kun je zien als een cadeau. Je kunt het aannemen, uitpakken en er je voordeel mee doen. Of je neemt het aan, bedankt de gever en legt het vervolgens in een kast om er nooit meer naar om te kijken. Je kunt feedback beter zien als een kans om iets te leren. Hoe? Door goed te luisteren, toelichting te vragen en vervolgens te bedenken wat je ermee gaat doen." Daar heb je de crux, feedbackers willen je iets leren wat ze zelf vaker nauwelijks onder de knie hebben namelijk sturing van het eigen gedrag. Iemand die feedback geeft, geeft die vanuit eigen peristase (wat zelfkennis inhoudt, maar zelfkennis is zelden aanwezig in ultraverte persoonlijkheden).

Feedback wordt ook weleens vergoeilijkend als positief commentaar gezien. Een cadeautje. Kom op zeg... Feedback wordt gebruikt in werkrelaties, door leidinggevenden die door afwisselend een schouderklopje te geven, de negatieve tendens doorbreken om telkens maar kritiek te uiten op gedrag en werkhouding. Grapjes maken in vergaderingen bijvoorbeeld, worden direct gefeedbackt met: "Centraal ajb" want vergaderingen zijn nou juist de plek waar de leidinggevende zich het beste thuis voelt. Immers hij is de gespreksleider en de leider hoor je te volgen anders is hij geen leider meer in de strikte zin van het woord. Je hebt ze ook die feedback geven uit een soort verwrongen idee dat ze de expert zijn in hetgeen waar feedback voor nodig schijnt te zijn. Liefst op een openbaar medium, zodat iedereen kan zien hoe gespecialiseerd je wel niet bent. Een weerwoord wordt dan meteen beantwoord met de holle frase: "Ik wilde alleen maar goed doen." Mooi niet, feedback in dit kader is zelfbevrediging, vooral als je al een aanhang hebt die elk woord van je indrinkt.

Feedback gevers horen thuis in het rijtje absolutisten, de net niet dictators van 'goede zeden en zo hoort het'. Het verwondert mij zeer, dat er zoveel aanhangers van feedbackisten zijn, ze zijn of masochistisch ingesteld, of twijfelen aan hun eigen perceptie en dat laatste komt mij het als meeste plausibele voor. Feedbackisten praten ook zo beslist, hun toon is autoritair, geen tegenspraak duldend. Het beterweten straalt ervan af. Kortom, een feedbackgever is een mislukte pedagoog, iemand die in zijn kindertijd te lang klem heeft gezeten tussen de spijlen van zijn wiegje, te kort aan de borst heeft gelegen en zijn verdere leven alleen maar te maken heeft gehad met tegenstand en pesterijen. Als dan de tijd komt dat hij een gat in de markt heeft gevonden en in de positie is om feedback te mogen geven, nou berg je dan maar voor meneer de feedbacksjhist.

maandag 10 november 2014

Souls over Seas

De hele wereld kijkt toe hoe mensen uit de Afrikaanse landen in gammele bootjes stappen, met soms alleen het goed aan hun lijf als bezit, en daarmee een gewaagde oversteek maken naar het beloofde land achter de horizon. Velen, te velen, halen die horizon niet. Boten slaan lek vanwege de staat waarin ze verkeren, ze kapseizen vanwege de overload aan mensen, opeengepakt als spreekwoordelijke haringen in een ton, soms zelfs in het zicht van de haven.

Volgens het paper van Clingendael Instituut “Interceptie op de Middellandse Zee” publicatiedatum 6 september 2012 (alweer 2 jaar geleden) naar aanleiding van  het rapport (maart 2012) van de rapporteur van de Raad van Europa, de Nederlandse senator mevrouw Strik, getiteld "Lives lost in the Mediterranean Sea: who is responsible?" is er sprake van volledig falen door het gebrek aan eenduidige interpretatie wie verantwoordelijk is voor de redding van schipbreukelingen aka verdrinkende asielzoekers. Droogjes wordt er geconstateerd dat er op belangrijke onderdelen van het maritieme recht geen eenduidige Europese interpretatie bestaat. Dat leidt ertoe dat staten kunnen wegkijken, dat individuele reders langszij varen en levens eindigen in diepe wateren. Een ongeschreven wet op zee is, dat drenkelingen behoren te worden gered, wie het ook zijn en waar ze vandaan komen.
Clingendael Instituut: “Een andere aanpak van de situatie op de Middellandse Zee lijkt nodig om te voorkomen dat er ook in de toekomst meer dan duizend personen per jaar het leven laten. De EU lidstaten controleren onder de coördinatie van Frontex gezamenlijk de buitengrenzen. Het zou de zuidelijke lidstaten enorm helpen als ze die verantwoordelijkheid ook delen bij de opvang van asielzoekers. Een gemeenschappelijke aanpak in lijn met het internationaal recht ten aanzien van personen die de overtocht van Noord Afrika naar Europa ondernemen en die op zee in nood komen te verkeren, kan de dood van deze mensen voorkomen.”

Dat er een einde moet komen aan die schrijnende nood van duizenden verdronken asielzoekers, is wel evident. Sinds de verschijning van dit paper hebben zich nauwelijks veranderingen voorgedaan in het redden van schipbreukelingen afkomstig uit het continent Afrika. Ondanks het Zeerecht, zitten er heel veel haken en ogen aan het embarkeren van desbetreffende schipbreukelingen. Actie vanuit particulier initiatief kan de doorbraak forceren mijns inziens, vooral als er veel publiciteit bij komt kijken.

Wat in aanvang een wild idee leek, neemt steeds vastere vormen aan: Het oprichten van een non-profit organisatie (NGO) dat fondsen gaat werven voor de aankoop van een zeegaand schip met voldoende accommodatie om grote groepen drenkelingen op te nemen, te verzorgen en weer aan land te brengen, waar ook ter wereld. Het schip, groot genoeg, gaat dan onder de vlag van een natie varen dat aantoonbaar begaan is met de schrijnende nood van mensen die in hun wanhoop aan boord gaan van wrakke schuiten, louter om aan hun armzalige situatie te ontsnappen, welke die ook is. Ons gaat het namelijk niet aan wat de drijfveren van die mensen zijn. Ons gaat het als mens aan dat een ander mens zonder enige hulp te krijgen jammerlijk verdrinkt in de golven en die met alle macht die in ons  is van de verdrinkingsnood te redden.

We kunnen en mogen dat niet accepteren. Niet als mens, niet als bewoners van een welvarend stukje van de planeet Aarde. 

dinsdag 4 november 2014

Bepeinzingen op een kille dinsdagmiddag.

In het land waar Eenoog koning is, zie ik onafzienbare rijen auto's staan of stapvoets rijdend door lege polders. De filedruk is toegenomen door ongelukken en reparaties aan versleten wegen. Ik zie een stad, eens de grootste haven van de wereld binnen haar grenzen hebbend, waar 38.000 mensen afhankelijk van een bijstandsuitkering zijn; een stad die in de late 19e eeuw stromen gastarbeiders uit het zuiden aan moest trekken, omdat het werk over de provisorische dijken klotste. De haven is geautomatiseerd, één kraan doet het werk van duizend arbeiders, één containerreus vervangt een vloot van 40 schepen.

Het verlies aan laaggeschoolde arbeidsplaatsen sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is dramatisch te noemen, de scholing ver achtergebleven. Van kwantiteit naar kwaliteit, terwijl heel veel mensen die slag nooit hebben kunnen maken, vanwege te laag opgeleid zonder aansluiting op hoger onderwijs. Wat is er dan misgegaan?

Terwijl iedereen met de cijfers in de hand kon zien dat het einde van de groei in zicht was, de economische groei welteverstaan, bleef men doorgaan op de weg naar meer rendement, meer dividend, meer uitploegen van energiebronnen, meer gespecialiseerde taken (ICT, Financiële sector) en creëerde zo een onderlaag (soms abusievelijk aangeduid als de middenklasse), die geen vast contract meer kreeg en maar moest afwachten of er nog banen beschikbaar kwamen. Nochtans kreeg die onderlaag toegang tot de woningmarkt, werd zelfs gestimuleerd om woningen te kopen. Afgezien van kleine oplevingen, ging het bestedingsniveau steeds verder omlaag, de belastingdruk omhoog, de energieprijzen werden opgejaagd. De groei van zelfstandigen zonder personeel (nu al 600.000 ZZP'ers) baart zorgen. Weinigen van de ZZP'ers hebben zich verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, tegen inkomstenverlies door te weinig werk vanwege de spoeling die steeds dunner wordt. De nieuwe arme dient zich aan. Mensen die voor een schijntje door blijven werken en nauwelijks de vaste lasten meer kunnen betalen. Nog steeds staan de straten vol met auto's, soms de nieuwste modellen, want autofabrikanten en financieringsmaatschappijen hebben de handen ineengeslagen. Schulden stapelen zich op en niemand weet waar het eindigt.

Daarom wordt de roep om een basisloon luider. Maar een basisloon doet weinig tegen de opgebouwde schulden. Dit is geen tijd voor gemakkelijk oplossingen, de technologie heeft geen antwoord op het inkomstengebouw van de loonwerker. Robotisering is toe te juichen, maar levert maar een promille aan arbeidsplaatsen op (onderhoud en programmering, meestal hooggeschoolde arbeid).

Radicale oplossingen zijn het volledig ontwaarden van geld, kwijtschelden van schulden, loslaten van vestigingseisen, nieuwe vormen van economie, waaronder de circulaire economie en de dienstenuitruil... werken om niet (loon in geld) maar met een tegenprestatie. Meer naar regionale en wijkgerichte productie. Energiezuinig transport als het toch moet. Uitsluitend zonne-energie, windenergie, de hele mikmak. En... tegengaan van kindersterfte over de hele wereld dus gratis medische verzorging voor allen, dit om de overbevolking tegen te gaan...

Hoe zit het nou met die koning Eenoog met zijn wagenpark? Tja, heel veel verworvenheden als een eigen auto, exotische groente en fruit, vlees en zuivelproducten veroorzaken een globale verkeersopstopping. Van overal moet het vandaan komen. Miljoenen vliegbewegingen en transportlijnen maken de aarde tot een groot verkeersplein dat de bloedgang niet meer aankan. De productie van auto's blijft maar doorgaan, terwijl openbaar vervoerlijnen worden opgeheven. Een simpel reisje van A naar B kost soms uren vanwege de omwegen die buslijnen maken, treinen rijden niet overal en in de steden is het OV netwerk marginaal te noemen. Het betekent de aanleg van een totaal nieuwe infrastructuur, winkels terug in de straten en de wijken; dus opheffen van grote winkelcentra die ook nog eens buiten de kernen worden aangelegd in veel gevallen. Rotterdam met zijn Markthal heeft het begrepen, maar Rotterdam is sowieso een trendsetter met zijn drang tot innovaties. Elders in het land gebeuren ook initiatieven, maar vaak door bottum up interventies. Soms probeert de overheid discussies aan te jagen, Community of Talents op te zetten waarin denkers, innovators en visionairs zitting namen om daarna aan hun lot overgelaten te worden. Nochtans zijn vandaar uit heel veel rijke initiatieven ondernomen en uitgerold. De overheid laat het er bij zitten... houd staande dat er economische groei moet plaatsvinden, doet nauwelijks iets aan de denivellering en verzint klaarblijkelijk ter plekke nieuwe belastingen, maar houd het kapitaal uit de wind.

Geef me de liefde voor kunst, cultuur, de mens. Stop met oeverloos doorbouwen aan vastgoed en industrie. Ik heb niet de oplossing, dat hebben we allemaal door dicht bij onszelf te blijven.


vrijdag 24 oktober 2014

Scherp en Schitterend.

Acutam et Pulchra, Latijn voor Scherp en Schitterend.

Wat weinigen weten is dat ik in mijn vroegste jeugd werd gediagnosticeerd voor wat we nu bipolaire stoornis noemen en wat vroeger manisch depressief was. Bij mij uit zich dat in snelle, doch korte driftbuien, explosies als het ware. Snelle temperamentwisselingen en stemmingswisselingen inherent aan deze aandoening. Vaatje buskruit werd ik dan ook al op de lagere school genoemd. Een jongen die voor het minste of geringste kon ontploffen en daarbij vuisten en voeten wist te gebruiken. Als bij toverslag waren mijn verbale kwaliteiten dan verdwenen en kon ik alleen maar reageren met geweld. Onder de nu volgende link worden de symptomen uitvoerig beschreven.


http://manischdepressiefsymptomen.net/

In mijn lagere schooltijd was ik een tenger mannetje, helemaal niet de volvette spierbundel die ik nu ben. Ik kon goed en snel leren, zo snel dat de leraren met de handen in het haar steeds moeilijkere vraagstukken op gingen zoeken. Ik las als negenjarige boeken die voor volwassenen bedoeld waren, liet al snel rekenen en taal vallen om te tekenen en later de lessen te laten voor wat ze waren en de uren vulde bij een beroepsschilder die me in de leer nam. Op vrijdagmiddag mocht ik met nog een andere taalvirtuoos moeilijke woorden opgeven aan mijn medeleerlingen en strijk & zet als er een feestdag aankwam als Pasen, het schoolbord voltekenen met een stripverhaal over wat Pasen inhield. De psychiater die me mijn diagnose had gegeven, wilde me testen op IQ en kwam toen al uit op 130, hoogbegaafd zoals het nu genoemd wordt, maar hij vond me gewoon exceptioneel intelligent en daar hou ik me aan vast. Intelligent en manisch depressief... ik moet vast een heel moeilijk mannetje geweest zijn voor mijn omgeving en ver daarbuiten. 
Gedurende mijn leven ben ik heel vaak in moeilijkheden gekomen door de onvoorspelbaarheid van mijn buien. Geen wonder, want tijdens een aanval van razernij zou de moordlust uit mijn ogen spatten volgens de onderwerpen van mijn ontsteld zijn. Op de dag dat ik daadwerkelijk een mes trok en mijn opponent alvast onderwierp aan het amputeren van lichaamsdelen en de politie gelukkig alert reageerde op een 112 oproep, drong het tot me door dat ik te ver aan het gaan was. Na een nachtje cel, en een goed gesprek met een rechercheur en de forensisch psycholoog, besloot ik me te laten helpen. Niet in het minste vanwege m'n lief die het niet meer trok allemaal. De aanklacht werd ingetrokken, (de man om wie het ging werd van uitlokking beschuldigd) en van de weeromstuit werd ik depressief. We kregen een ander huis en ik begon te werken aan een therapie die nergens op sloeg. De jaren die volgden lieten nog wel wat uitbarstingen van redeloos geweld zien, maar ik wist mezelf uit het moeras te trekken en pas toen ik door allerlei omstandigheden een baan kreeg als buurtwerker, begon ik stabieler te worden. 
Toen ik nog een jongetje van negen was, en ik aan wie het maar horen wilde vertelde dat ik kunstenaar zou worden, weet men mijn hyper zijn aan de creatieve demonen in mij. Kunstenaars zijn nu eenmaal een beetje gek. Michelangelo, Caravaggio, Van Gogh, noem het rijtje maar, allemaal leden ze aantoonbaar aan manische depressiviteit. Kinderen die nu 'afwijkingen' vertonen van hyperactiviteit, snel verveeld en hoge intelligentie worden geschaard onder het kopje Hoogbegaafd en daarmee is de stemming verklaard. Daarmee gaat men voorbij aan de lijdensweg die de bipolaire stemmingsstoornis is. Ik vecht al jaren tegen het label Hoogbegaafd omdat er iets mee wordt gesuggereerd dat er niet is, namelijk anders begaafd dan anderen. Hoe zou je het willen noemen als een kind of oudere intelligenter is dan zijn omgeving en daarmee een uitzonderingspositie bekleedt? Een 'Hoogbegaafde' denkt niet anders, een 'Hoogbegaafde' denkt door, ziet verbanden die anderen over het hoofd zien, heeft het talent om te analyseren en te deduceren. Jammer genoeg, komt bij veel intelligente mensen ook een bipolaire stoornis voor en dat maakt "Hoogbegaafd' tot een autistische component in het spectrum. Met onvermijdelijk de beperkingen die autisme maken tot een beklagenswaardige aandoening geschaard onder de psychosociale onnutten. Ik had het geluk een geboren kunstenaar te zijn, iemand die sneller dan het gemiddelde de technieken onder de knie kreeg, vanuit innerlijke noodzaak zijn gedachten en voorstellingen kan visualiseren op doek en schrijftafel. Ik werd dan ook al heel jong gezien als een wonderkind die het ver zou brengen. Echter en helaas, ik ben te laat geboren. In elk geval in een tijd dat de mediocre society furore maakt. De zesjescultuur in magna virtutis. Zodanig dat de hele samenleving tendeert naar degeneratie. Dan wordt elk kind dat maar een beetje een afwijking naar boven vertoond geschaard onder 'Hoogbegaafd' en opgesloten in denktanks waar ze niet uit kunnen ontsnappen.
De behoefte aan creativiteit verdwijnt op die manier, het keurslijf aangescherpt en het kind wordt met label en al met het badwater weggespoeld. Ik die opgegroeid is in de jaren vijftig van de vorige eeuw, schoolgegaan in de pre-Mammoet tijd, heb mijn ervaringen mogen opdoen in een wereld die nog in opbouw was na de Tweede Wereldoorlog, althans in zijn laatste stadium van wederopbouw. Er waren nog weinig regels en restricties, er heerste een bijna anarchistische moraal. Het fenomeen Vrije Jongen was in die dagen nog geen misdadiger, graaier of systeemmisbruiker. Met de publieke moraal zat het ook nog goed, het huidige puritanisme werd als betuttelen gezien. In die tijd opgroeien als puber en jong volwassene was een feest voor ontdekkers als ik. Ik kon kunst maken en tegelijkertijd een bedrijf leiden, of opbouwwerk doen en politiek bedrijven. Niets werd me in de weg gelegd. Hoe anders dat het nu is, hoef ik u niet uit te leggen.
Autisten, 'Hoogbegaafden' en bipolairen worden thans opgesloten in hun beperkingen, afgekeurd en simpel bevonden, met af en toe een uitschieter. Maar die zijn zeldzaam. Autisten kruipen bij elkaar, geven elkaar adviezen die als een doolhof werken. Zolang mensen met een 'beperking' niet serieus genomen worden en aan iedereen die een draadje los heeft zitten een label wordt opgehangen, dat op zich geen belemmering hoeft te zijn, maar wel ervan gemaakt wordt door wouldbe autisme deskundigen, bevestigd de groep zelf haar beperkingen en blijft hangen in de modus van onbegrepen zijn. 
Ik geef geen richting aan, heb alleen maar met deze blog mijn ontwikkeling willen laten zien, niets meer en minder.
Scherp en Schitterend is mijn motto. Wees scherp en schitter waar het kan (en niet kan!).


zondag 19 oktober 2014

De theorie van het federatief mutualisme door Kropotkin...

Peter Kropotkin

Anarchisme


Geschreven: 1910
Bron: Integrale tekst uit The Encyclopaedia Britannica
Deze versie: aangepast aan de nieuwe spelling
Transcriptie en HTML: Maarten Vanheuverswyn, voor het Marxists Internet Archive, februari 2005

Anarchisme (gewoon aan elkaar geschreven !) is de naam van een levens- en gedragsprincipe of -theorie, waarbij men uitgaat van een samenleving zonder regering. De harmonie in een dergelijke maatschappij wordt niet bereikt door onderwerping aan de wet, of door gehoorzaamheid aan het een of ander gezag, maar berust op vrije afspraken, tussen verschillende groepen die naar gebied en naar beroep zijn samengesteld ter wille van productie en consumptie. 
Alsook ter bevrediging van de oneindige verscheidenheid van behoeften en aspiraties van de ontwikkelde mens. In een maatschappij die volgens deze principes wordt opgebouwd zouden de vrijwillig aangegane betrekkingen, die nu reeds het hele gebied van menselijke activiteit beginnen te beslaan, zich nog verder uitbreiden en zo de Staat in al zijn functies vervangen. Zij zouden eruitzien als een vervlochten netwerk, samengesteld uit een oneindige verscheidenheid van groeperingen en federaties verschillend van vorm en omvang, lokaal, regionaal, nationaal en internationaal — tijdelijk of min of meer permanent. Groeperingen met alle mogelijke doeleinden: productie, consumptie en ruilhandel, communicatie, afspraken op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, wederzijdse bescherming, defensie, enzovoort; en anderzijds ter bevrediging van het groeiende aantal wetenschappelijke, artistieke, literaire en sociale behoeften.
Een dergelijke maatschappij is allesbehalve onbeweeglijk. Integendeel (zoals men ook in het algemeen bij het organisch leven kan waarnemen): harmonie is het resultaat van een voortdurende aanpassing en heraanpassing van het evenwicht aan de grote hoeveelheid krachten en invloeden, en deze aanpassing wordt des te makkelijker bereikt waar geen van de krachten de speciale bescherming van de Staat zou genieten.
Indien de maatschappij georganiseerd zou worden volgens deze beginselen, dan zou de mens niet beperkt zijn in het vrije gebruik van zijn productieve vermogens door een kapitalistisch monopolie, dat door de Staat gehandhaafd wordt; evenmin zou hij beperkt worden in zijn wilsuitingen door vrees voor straf, of door gehoorzaamheid aan individuen of metafysische wezens, wat zowel tot onderdrukking van initiatief als tot slaafsheid van geest leidt. Hij wordt dan in zijn doen en laten geleid door zijn eigen verstand, dat noodzakelijkerwijs het stempel zou dragen van de interactie tussen zijn eigen ik en de ethische opvattingen van zijn omgeving. Op deze wijze zou de mens in staat zijn, zijn intellectuele, artistieke en morele gaven ten volle te ontplooien, zonder daarbij gehinderd te worden door overwerk voor de monopoliebezitters, of door de slaafsheid en traagheid van geest van de grote massa. Hij zou zo volledige individualisatie kunnen bereiken, wat niet mogelijk is onder het huidige systeem van individualisme, of onder enig ander systeem van Staatssocialisme in de zogenaamde Volksstaat.
De anarchistische schrijvers zijn van mening dat hun ontwerp geen utopie is, geen bouwsel waarbij men is uitgegaan van een aantal hypothesen om zo met gebruik van deze, een wensdroom als werkelijke mogelijkheid bewezen te achten. Zij zijn er op gekomen, zo beweren ze, door een analyse vanontwikkelingstendensen die nu reeds werkzaam zijn, niettegenstaande het feit dat het staatssocialisme tijdelijk de voorkeur van de hervormers geniet. De vooruitgang van de moderne techniek, die de productie van vele levensbehoeften ze geweldig veel eenvoudiger maakt, het toenemende gevoel van onafhankelijkheid en de snelle toename van vrij initiatief en vrije verstandhouding op allerlei gebied — ook op dat wat vroeger beschouwd werd de bevoegdheid van Kerk en Staat te bestrijken — versterken voortdurend de tendens naar een samenleving zonder regering.
Op economisch gebied stellen de anarchisten net als de socialisten, waarvan zij de linkervleugel vormen — dat het heersend systeem van privé-eigendom van land met ons kapitalistisch productiesysteem (dat gericht is op het maken van winst) een monopolie vormt. Dit druist in tegen de beginselen van rechtvaardigheid en de eisen die het praktisch nut stelt. Zij vormen de voornaamste belemmering, die verhindert dat de successen, door de moderne techniek behaald, ten dienste gesteld worden aan iedereen, om zo het algemeen welzijn mogelijk te maken. De anarchisten vinden dat het loonsysteem en het kapitalistische productiestelsel in alle opzichten de vooruitgang in de weg staan. Maar zij wijzen er ook op dat het voornamelijk de Staat was — en nog is — die er aan meewerkt dat enkelingen het land kunnen monopoliseren en dat de kapitalisten zich een nogal onevenredig deel van het jaarlijks verkregen productieoverschot kunnen toe-eigenen.
Daarom bestrijden de anarchisten de Staat, die de ondersteuning vormt van dat systeem, met dezelfde felheid als waarmee ze de huidige monopolisatie van het land en het Kapitalisme bestrijden. Niet de Staat in een of andere gedaante, maar de Staat als zodanig, of het nu een monarchie is of een republiek die door middel van een referendum geregeerd wordt.
Het Staatsapparaat, dat altijd, zowel in de oude als in de moderne geschiedenis (vgl. het Macedonische en het Romeinse Rijk, de moderne Europese staten ontstaan op de ruïnes van autonome steden), het middel is waarmee monopolies gevestigd worden ten gunste van de heersende minderheden, kan nooit gebruikt worden om deze monopolies af te breken. Als men de Staat alle bronnen van het economische leven in handen geeft — het land, de mijnen, de spoorwegen, de banken, het verzekeringswezen enzovoort — alsook het beheer over de belangrijkste takken van industrie, naast alle functies die hij nu reeds vervult (onderwijs, het ondersteunen van godsdiensten, defensie en dergelijke), dan zou dit volgens de anarchisten neerkomen op een nieuwe vorm van tirannie. Staatskapitalisme zou de macht van de bureaucratie en het kapitalisme alleen maar versterken. De ware vooruitgang moet gezocht worden in de richting van decentralisatie, territoriaal en functioneel. Verder zou een klimaat van plaatselijk en persoonlijk initiatief — van heel eenvoudig tot zeer complex — tot ontwikkeling moeten komen, in plaats van de tegenwoordige hiërarchie, die vanuit het middelpunt naar de periferie gaat.
Evenals de meeste socialisten erkennen de anarchisten dat de langzame evolutie van de maatschappij, evenals de hele evolutie in de natuur, van tijd tot tijd gevolgd wordt door perioden van versnelde ontwikkeling, die men revoluties noemt en zij zijn van mening dat het tijdperk van revoluties nog niet is afgelopen. Perioden van snelle veranderingen volgen op perioden van langzame evolutie en die perioden moet men benutten, niet om de macht van de Staat te vergroten en uit te breiden, maar om haar juist te verkleinen door in elke stads- of plattelandsgemeenschap plaatselijke groepen van producenten en consumenten te organiseren, evenals regionale en tenslotte ook internationale federaties van dergelijke groepen.
Krachtens de bovengenoemde principes weigeren de anarchisten deel te nemen aan de organisatie van de huidige Staat en deze te steunen door een injectie van vers bloed. Zij zijn er niet op uit politieke partijen te vormen in de verschillende parlementen en zij vragen de arbeiders dit ook niet te doen. Dientengevolge hebben zij, sinds de oprichting van de Internationale Arbeiders Associatie in 1864-66, getracht hun ideeën rechtstreeks bij de vakorganisaties uit te dragen en de bonden aan te sporen de strijd met het kapitalisme rechtstreeks aan te binden zonder te vertrouwen op parlementaire wetgeving.

De historische ontwikkeling van het anarchisme

De maatschappijopvatting die we hierboven hebben geschetst en de ontwikkelingstendens die er op dynamische wijze uitdrukking aan geeft, heeft altijd al bestaan, tegenover de heersende hiërarchische opvatting en de tendens die daarmee overeenstemt — terwijl nu eens de één dan weer de ander de overhand had tijdens verschillende perioden in de geschiedenis. Aan de eerstgenoemde tendens danken we de evolutie van die instellingen waarmee de volksmassa’s weerstand boden aan inbreuk door veroveraars en minderheden die op macht uit waren. Die evolutie werd door de massa’s zelf bewerkstelligd en betrof instellingen als clan, dorpsgemeenschap, gilde en middeleeuwse vrijstad. Dezelfde tendens deed in sterke mate zijn invloed gelden tijdens de grote religieuze stromingen ten tijde van de Middeleeuwen, en in het bijzonder tijdens de vroege hervormingsbewegingen en de voorlopers daarvan. Tezelfdertijd kan men de duidelijke weerslag van deze ontwikkeling vinden in de geschriften van sommige schrijvers vanaf de tijd van Lao-tze, hoewel deze, omdat het de volkse en niet-schoolse oorsprong ervan was, kennelijk minder weerklank vond bij geleerden dan de tegenovergestelde tendens.
Zoals prof. Adler in zijn Geschichte des Sozialismus und Communismus opmerkt, leerde Aristippus (geb. ongeveer 430 v. Chr.), een der stichters der Cyreense school, reeds dat de wijze zijn vrijheid niet moet afstaan aan de staat, en in antwoord op een vraag van Socrates zei hij dat hij ook niet tot de geregeerde klasse wenste te behoren. Een dergelijke houding schijnt alleen voorgeschreven door het Epicuristische standpunt ten aanzien van het leven van de grote massa.
De beste exponent van de anarchistische filosofie in het oude Griekenland was Zeno (342-267 of 270 v. Chr.), afkomstig uit Kreta en grondlegger van de stoïcijnse filosofie, die zijn opvatting over vrije gemeenschap zonder regering duidelijk stelde tegenover de staat-utopie van Plato. Hij verwierp de almacht van de Staat en het feit dat hij overal kan ingrijpen en strak disciplinair geordend is. Ook verkondigde hij de soevereiniteit van de morele wet van het individu — daarbij reeds opmerkend dat waar het noodzakelijke instinct tot zelfbehoud de mens egoïstisch maakt, de natuur hem ook een ander instinct heeft gegeven om dat tegen te gaan, namelijk dat van sociabiliteit. Zodra mensen redelijk zijn en hun natuurlijke instincten volgen, zullen zij zich over de grenzen verenigen en de kosmische orde vestigen. Dan zullen zij geen gerechtsgebouwen of politie meer nodig hebben; zij zullen geen tempels en eredienst hebben en geen geld gebruiken — vrije schenkingen zullen in plaats komen van de handel.
Jammer genoeg zijn de geschriften van Zeno niet bewaard gebleven en zijn zij ons alleen bekend uit enkele aanhalingen hier en daar. Het feit echter dat zelfs de bewoordingen overeenkomst vertonen met de hedendaagse toont aan hoe diep deze neiging, waarvan hij de spreekbuis was, in de menselijke natuur ligt verankerd.
In de Middeleeuwen treffen we dezelfde opvattingen over de staat aan bij de vermaarde bisschop van Alva, Marco Girolamo Vida, in zijn eerste dialoogDe dignitate reipublicae (Ferd. Cavalli, in Men. dell’ Instituto Vente; dr. E. Nys, Researches in the history of economics). Maar speciaal in enkele vroeg-christelijke stromingen, te beginnen in de negende eeuw in Armenië, en in de preken van de vroege Hussieten, in het bijzonder Chojecki, en de vroege Wederdopers, in het bijzonder Hans Denk (vgl. Keller, Ein Apostel der Wiedertciufer), vindt men dezelfde ideeën met veel overtuiging naar voren gebracht, met nadruk op hun morele aspecten.
Rabelais en Fénelon hebben in hun Utopia’s soortgelijke ideeën naar voren gebracht en ook waren ze gangbaar in de achttiende eeuw onder de Franse Encyclopedisten, wat men kan opmaken uit enkele losse opmerkingen die men hier en daar in de geschriften van Rousseau aantreft en van DiderotsPreface tot de Voyage van Bougainville, en dergelijke. Het is echter waarschijnlijk dat zulke ideeën toen nog niet verder ontwikkeld konden worden, door de strenge censuur van de rooms-katholieke kerk.
Dezelfde ideeën vindt men later terug gedurende de grote Franse Revolutie. Terwijl de jakobijnen al het mogelijke deden om alles te centraliseren in de handen van de regering, blijkt nu uit recentelijk gepubliceerde documenten, dat de volksmassa’s in hun gemeenten en ‘secties’ een aanzienlijke hoeveelheid constructief werk hebben verricht. Zij trokken de verkiezing van de rechters en de bevoorrading en uitrusting van het leger aan zich, en wat betreft de grote steden ook de werkverschaffing voor werklozen, het beheer van liefdadigheid, en dergelijke. Zij hebben zelfs getracht een direct contact tot stand te brengen tussen de 36.000 gemeenten van Frankrijk via een speciale raad, buiten de Nationale Assemblee om (vgl. Sigismund Lacroix, Actes de la commune de Paris).
Het was Godwin die in zijn Enquiry concerning political justice (2 delen, 1793) voor het eerst de politieke en economische opvattingen van het anarchisme formuleerde, ook al bracht hij de ideeën die hij in zijn opmerkelijke werk ontwikkelde niet onder die noemer. Wetten, zo schreef hij, zijn niet het product van de wijsheid van onze voorouders: ze zijn het product van hun hartstochten, hun remmingen, hun jaloezie en hun eerzucht. De remedie die zij bieden is nog erger dan de kwalen die zij beweren te genezen. Alleen als alle wetten en gerechtshoven afgeschaft werden en de beslissing over de conflicten die zouden ontstaan, zou worden overgelaten aan verstandige mensen die voor dat doel gekozen waren, zou er langzaam werkelijke rechtvaardigheid ontstaan. Wat de staat aangaat eiste Godwin ronduit, dat zij afgeschaft zou worden. Een samenleving, zo schreef hij, kan heel goed bestaan zonder regering; wel moeten de gemeenschappen klein zijn en volledig autonoom. Sprekend over bezit stelde hij, dat het recht van iedereen op ‘elk materieel goed, dat kan bijdragen tot het welzijn van een mens’ alleen geregeld moet worden door het rechtvaardigheidscriterium: het materieel goed moet naar ‘diegene gaan, die het het meest nodig heeft.’ Zijn conclusie was communisme. Godwin miste echter de moed zijn oorspronkelijke opvattingen trouw te blijven. Later schreef hij het hoofdstuk over bezit helemaal opnieuw en matigde hij zijn communistische opvattingen in de tweede editie van zijnPolitical justice (8 dln., 1796).
Proudhon was de eerste die in 1840 (Qu'est-ce que la propriété? eerste verhandeling) de naam anarchie gebruikte met betrekking tot de maatschappijvorm zonder regering. De naam ‘anarchisten’ was tijdens de Franse Revolutie al vrijelijk gebruikt door de girondijnen voor die revolutionairen die de taak van de revolutie met de omverwerping van Lodewijk xvi niet als geëindigd beschouwden, en die eisten, dat er een reeks van economische maatregelen genomen zou worden (de afschaffing van de leenrechten zonder afkoop, de teruggave aan de dorpsgemeenschap van de gemeenschapsgronden, die sedert 1669 geclaimd waren, de beperking van het grondbezit tot 4850 ha, progressieve inkomstenbelasting, de landelijke organisatie van ruilhandel op basis van de rechtvaardige prijs enzovoort).
Proudhon stond een maatschappij zonder regering voor, en hij gebruikte het woord anarchie om die te beschrijven. Proudhon verwierp zoals bekend ieder communistisch stelsel dat de mensheid in communistische kloosters of kazernes wilde stoppen, alsook alle staatsvormen van door de staat gesteund socialisme, waar Louis Blanc en de collectivisten voorstander van waren. Toen hij in zijn eerste verhandeling verkondigde: ‘eigendom is diefstal’, bedoelde hij alleen eigendom in de zin die het Romeinse recht er aan geeft, namelijk het ‘recht van gebruik en misbruik’. Ten aanzien van het eigendomsrecht in de beperkte zin van ‘bezit’ zag hij anderzijds de beste bescherming tegen inbreuk van staatszijde. Tegelijkertijd wilde hij niet de huidige eigenaars van land, woningen, mijnen, fabrieken en dergelijke met geweld hun bezit ontnemen. Hij bereikte hetzelfde liever door er voor te zorgen, dat kapitaal geen rente meer voortbracht. Dit wilde hij doen door middel van een nationale bank die gebaseerd was op het wederzijdse vertrouwen van al degenen, die bij de productie waren betrokken; zij zouden moeten afspreken hun goederen onderling uit te wisselen voor de kostprijs, berekend volgens werkstaten die het aantal uren aangaven nodig om elk afzonderlijk artikel te produceren. Volgens een dergelijk systeem, dat Proudhon beschreef als ‘Mutualisme’, zou elke uitwisseling van diensten precies gelijkwaardig zijn. Bovendien zou een dergelijke bank leningen kunnen verschaffen zonder rente, of met een heffing van ongeveer 1 procent, of nog minder, om de administratiekosten te dekken. Iedereen zou zo in staat zijn het geld te lenen dat hij nodig had om een huis te kopen en niemand zou meer een jaarlijkse huurprijs willen betalen voor het gebruik ervan. Een algemene ‘sociale liquidatie’ zou dan gemakkelijk gemaakt worden, zonder onteigening. Hetzelfde zou gelden voor de mijnen, spoorwegen, fabrieken en dergelijke.
In een dergelijk type maatschappij zou de staat geen nut meer hebben. De voornaamste betrekkingen tussen burgers zouden gebaseerd zijn op vrije afspraken en alleen geregeld worden door boekhouding. Geschillen zouden door bemiddeling geregeld worden. Een scherpe kritiek op de staat en alle mogelijke vormen van regering en een diep inzicht in alle economische problemen waren kenmerken van Proudhons werk.
Het verdient opgemerkt te worden, dat het Franse mutualisme in Engeland een voorloper bezat in William Thompson, die als mutualist begon voor hij communist werd, en in zijn opvolgingen John Gray (A lecture on human happiness, 1825; The social system, 1831) en J. F. Bray (Labour’s wrongs and labour’s remedy, 1839).
Het mutualisme had ook een voorloper in Amerika. Josiah Warren, die in 1798 geboren werd (vgl. W. Bailie, Josiah Warren, the first American anarchist, Boston, 1900), en die tot Owens ‘Nieuwe Harmonie’ behoorde, meende dat het falen van bovengenoemde onderneming voornamelijk te wijten was aan de onderdrukking van de individualiteit en het gebrek aan initiatief en verantwoordelijkheid. Deze gebreken, zo leerde hij, waren inherent aan elk stelsel dat gebaseerd was op gezag en de gemeenschap van goederen. Daarom stond hij volledige individuele vrijheid voor. In 1827 opende hij in Cincinnati een plattelandswinkeltje, dat de eerste ‘Equity Store’ (dat wil zeggen: op basis van billijkheid) werd, en dat de ‘Tijdwinkel’ genoemd werd, omdat hij gebaseerd was op het uitwisselen van werkuren voor producten. ‘Kostprijs — de hoogste prijs’ en dus ‘geen rente’ waren het motto van deze winkel, en later van zijn ‘Equity Village’ nabij New York, dat in 1865 nog bestond. Ook verdient het ‘House of Equity’ van Mr. Keith in Boston, dat in 1855 gesticht werd, genoemd te worden.
Terwijl de economische opvattingen, en in het bijzonder die over het coöperatieve bankwezen, van Proudhon aanhangers en zelfs een praktische toepassing in de Verenigde Staten kregen, vond zijn politieke opvatting van anarchie weinig weerklank in Frankrijk, waar het christelijk socialisme van Lamennais en de Fourier-aanhangers, en het staatssocialisme van Louis Blanc en de volgelingen van Saint-Simon de boventoon voerden. Deze ideeën kregen echter tijdelijk enige steun van linkse Hegelianen in Duitsland, namelijk van Moses Hess in 1843 en van Karl Grun in 1845, die voorstanders van het anarchisme waren. Bovendien gaf Wilhelm Marr er uitdrukking aan in de veertiger jaren, toen het autoritaire communisme van Wilhelm Weitling tegenstand opriep van de Zwitserse arbeiders.
Het individualistische anarchisme kwam anderzijds het duidelijkst naar voren bij Max Stirner (Kaspar Schmidt), wiens opmerkelijke werken (Der Einzige und sein Eigentum en artikelen voor de Rheinische Zeitung) volledig over het hoofd werden gezien, totdat zij naar voren werden gehaald door John Henry Mackay.
Prof. V. Basch heeft in zijn zeer knappe inleiding tot zijn boek l’Individualisme anarchiste: Max Stirner (1904), aangetoond hoe de ontwikkeling van de Duitse filosofie van Kant tot Hegel, noodzakelijkerwijs de verkondiging van hetzelfde ‘absolute’ uitlokte in het kamp der rebellen toen eenmaal de antihegeliaanse revolte inzette. Dit namelijk deed Stirner, die niet slechts de totale opstand tegen de staat en tegen de slavernij (die de mensen opgelegd zou worden door het autoritaire communisme) verkondigde, maar ook de volledige bevrijding van het individu van alle sociale en morele bindingen — de rehabilitatie van het ‘Ik’, de heerschappij van het individu, complete ‘a-moraliteit’ en de ‘aaneensluiting van de egoïsten’. Prof. Basch heeft erop gewezen wat de uiterste consequentie is van dit soort individueel anarchisme. Hij stelt, dat het doel van alle hogere beschavingsvormen niet is om aan alle leden van de samenleving toe te staan zich op een normale manier te ontwikkelen, maar om bepaalde meer begiftigde individuen toe te staan zich ‘ten volle te ontwikkelen’, zelfs ten koste van het geluk, ja zelfs het bestaan van het overgrote deel van de mensheid. Het is daarom een terugkeer naar het meest ordinaire individualisme, dat alle zogenaamde superieure minderheden voorstaan en waaraan de mens in zijn geschiedenis nu juist de staat en al die andere dingen te danken heeft, die de individualisten bestrijden. Hun individualisme gaat zover dat het eindigt in een ontkenning van hun eigen uitgangspunt, om maar niet te spreken over de onmogelijkheid dat het individu zich werkelijk volledig zou kunnen ontplooien, terwijl de volksmassa’s onderdrukt worden door de ‘schone aristocratieën’. Zijn ontplooiing zou eenzijdig blijven. Juist om die reden vindt deze denkrichting, niettegenstaande zijn ongetwijfeld juiste en nuttige verdediging van de volledige ontwikkeling van elke individualiteit, slechts gehoor in een beperkte kring van kunstenaars en schrijvers.

Het anarchisme in de Internationale Arbeiders Associatie

Na de nederlaag van de opstand der Parijse arbeiders in juni 1848 en de val van de Republiek volgde er, zoals bekend, een teruggang over de gehele linie in de propaganda van alle socialistische groeperingen. De hele socialistische pers werd gemuilkorfd gedurende de periode van Reactie, die ruim twintig jaar duurde. Niettemin boekte het anarchistisch denken enige vooruitgang, namelijk in de geschriften van Bellagarrique (Coeurderoy), en in het bijzonder Joseph Déjacque (Les Lazaréénnes, L’Humanisphère, een anarchistisch-communistische utopie, recentelijk ontdekt en herdrukt). De socialistische beweging herleefde na 1864, toen enkele Franse arbeiders, allen ‘mutualisten’ die gedurende de Wereldtentoonstelling in Londen bijeenkwamen met de volgelingen van Robert Owen, de Internationale Arbeiders Associatie oprichtten. Deze associatie ontwikkelde zich zeer snel en koos een beleid gericht op directe economische strijd tegen het kapitalisme, zonder zich te mengen in de politieke parlementaire discussie; deze beleidslijn werd tot 1871 gevolgd. Na de Frans-Duitse oorlog echter, toen de Internationale Associatie in Frankrijk verboden werd na de opstand van de Parijse Commune, wilden de Duitse arbeiders, die kiesrecht voor mannen hadden gekregen voor het pasgevormde rijksparlement, dat de tactiek van de Internationale beslist meer gematigd zou zijn en zij begonnen een sociaaldemocratische politieke partij op te bouwen. Dit leidde al snel tot een splitsing in de Arbeiders Associatie en de Latijnse federaties — de Spaanse, Italiaanse, Belgische en die van de Jura (Frankrijk kon niet vertegenwoordigd zijn), vormden zelf een federale unie, die volledig brak met de marxistische algemene raad van de Internationale. Binnen deze federaties ontwikkelde zich wat men nu kan beschrijven als modern anarchisme. Nadat de naam ‘federalisten’ en ‘anti-autoritairen’ enige tijd door deze federaties gebruikt was, kreeg de naam ‘anarchisten’, die hun tegenstanders hun voortdurend gaven, de overhand; tenslotte werd hij in ere hersteld.
Bakoenin werd al spoedig de geestelijke leider van deze Latijnse federaties wat het ontwikkelen van de beginselen van het anarchisme aangaat, hetgeen hij deed in een aantal geschriften, pamfletten en brieven. Hij eiste de volledige afschaffing van de staat, welke, zo schreef hij, een product is van de godsdienst, tot een lagere vorm van beschaving behoort, de ontkenning van de vrijheid vooronderstelt en alles schaadt, zelfs wat hij ter wille van het algemeen welzijn op zich neemt. De staat was een historisch noodzakelijk kwaad, maar het volledige afsterven ervan zou vroeg of laat even noodzakelijk zijn. Terwijl hij elke vorm van wetgeving verwierp, zelfs al kwam die voort uit algemeen kiesrecht, eiste Bakoenin voor elk land, elke streek en elke gemeente volledige autonomie op, zolang die geen bedreiging voor zijn buren vormde, benevens volledige onafhankelijkheid voor elk individu, en hij voegde daaraan toe dat men pas werkelijk vrij wordt indien alle anderen in dezelfde mate vrij zijn. Vrije federaties van gemeenten zouden vrije landen vormen.
Wat betreft zijn economische inzichten noemt Bakoenin zich samen met al zijn federalistische kameraden van de Internationale een ‘collectivistisch anarchist’ — niet in de zin van Vidal en Pecqueur in de veertiger jaren of hun moderne sociaaldemocratische volgelingen — maar om een stand van zaken uit te drukken waarbij alle productiemiddelen in gemeenschappelijk bezit zijn van de arbeidsgroepen en de vrije gemeenten. De wijze van vergoeding van arbeid, communistisch of anderszins, zou door iedere groep zelf bepaald worden. De sociale revolutie, waarvan alle socialisten toentertijd voorspelden dat zij zeer nabij was, zou het middel zijn om de nieuwe levensvoorwaarden te scheppen.
De federaties van de Jura, Spanje en Italië en secties van de Internationale Arbeiders Associatie, alsook de Franse, Duitse en Amerikaanse anarchistische groepen, waren de eerstvolgende jaren de voornaamste centra van anarchistisch denken en propaganda. Zij onthielden zich van deelname aan de parlementaire politiek en hielden nauw contact met de arbeidsorganisaties. In de tweede helft van de negentiende eeuw, toen de invloed van de anarchisten merkbaar werd bij stakingen, bij de 1 mei-demonstraties — waar zij de gedachte van een algemene staking voor een achturige werkdag propageerden — en bij de antimilitaristische propaganda in het leger, werden felle vervolgingen tegen hen ingezet, in het bijzonder in de Latijnse landen (met inbegrip van lichamelijke martelingen in het Kasteel van Barcelona) en in de Verenigde Staten (de terechtstellingen van de vijf anarchisten van Chicago in 1887). De anarchisten namen wraak op deze vervolgingen met gewelddaden, die op hun beurt gevolgd werden door nieuwe executies van bovenaf en weer wraakacties van onderaf. Dit wekte bij het grote publiek de indruk dat geweld de essentie van het anarchisme was, een opvatting die verworpen wordt door de aanhangers ervan, die menen dat in werkelijkheid alle partijen naar geweld grijpen naarmate open strijd door onderdrukking verhinderd wordt en uitzonderingswetten hen buiten de wet stellen.
Het anarchisme bleef zich ontwikkelen, deels in de richting van Proudhoniaans ‘Mutualisme’, doch hoofdzakelijk als communistisch-anarchisme. Tolstoj voegde hier een derde richting aan toe, het christelijk-anarchisme. Een vierde richting werd gevormd door het zogenaamde literair-anarchisme dat ontstaan was onder enkele vooraanstaande moderne schrijvers.
De ideeën van Proudhon, speciaal ten aanzien van het coöperatieve bankwezen, welke overeenkwamen met die van Josiah Warren, kregen aanzienlijke aanhang in de Verenigde Staten en vormden een hele school, waarvan de voornaamste schrijvers Stephen Pearl Andrews, William Greene en Lysander Spooner (die in 1850 begon te schrijven en wiens onvoltooide werk, Natural Law, zeer veelbelovend was) waren, en nog enkele anderen van wie men de namen kan vinden in dr. Nettlau’s Bibliographie de l'anarchie.
Een voorname plaats onder de individualistische anarchisten in Amerika wordt ingenomen door Benjamin R. Tucker, met wiens blad Liberty in 1881 begonnen werd en wiens opvattingen een combinatie zijn van die van Proudhon en van Herbert Spencer. Hij gaat uit van de bewering dat anarchisten, strikt gesproken, egoïsten zijn en dat iedere groep individuen, of het nu een geheim verbond van enkele personen is, of het Congres van de Verenigde Staten, het recht heeft om de hele mensheid te onderdrukken, mits hij de macht daartoe bezit, dat gelijke vrijheid en absolute gelijkheid wettelijk vastgelegd dienen te zijn, en dat ‘laat iedereen zich met zijn eigen zaken bemoeien’ de enige morele wet van het anarchisme is. Verder bewijst hij dat een algemene en grondige toepassing van deze principes heilzaam zou zijn en geen gevaar met zich zou meebrengen, omdat de macht van elk individu beperkt zou zijn door de gelijke rechten, die alle anderen zouden doen gelden. Hij wees verder (in navolging van H. Spencer) op het verschil dat er bestaat tussen de inbreuk op iemands rechten en de weerstand tegen een dergelijke inbreuk, het verschil tussen overheersing en verdediging; terwijl de eerste altijd afkeurenswaardig is, of het nu de inbreuk is van een misdadiger op de rechten van een individu, de inbreuk van de een op de rechten van alle anderen, of die van alle anderen op de rechten van één; daarentegen is de weerstand tegen de inbreuk verdedigbaar en noodzakelijk. Ten behoeve van hun zelfstandigheid hebben zowel de burger als de groep het recht ieder soort geweld te plegen, de doodstraf inbegrepen. Geweld is ook gerechtvaardigd om te dwingen tot de plicht een afspraak na te komen. Tucker volgt hierin Spencer, en baant (volgens ondergetekende) de weg voor de hergroepering van alle functies van de staat onder het hoofd ‘verdediging’. Zijn kritiek op de huidige staat is zeer diepgaand, en zijn verdediging van de rechten van het individu erg sterk. Wat betreft zijn opvattingen over de economie volgt B. R. Tucker Proudhon.
Het individualistische anarchisme van de Amerikaanse aanhangers van Proudhon vindt echter maar weinig sympathie bij de arbeidersmassa. Degenen die het aanhangen — het zijn voornamelijk ‘intellectuelen’ — realiseren zich al gauw dat de individualisatie die zij zo hogelijk prijzen niet te bereiken is door individuele inspanning, en óf zij verlaten de gelederen van de anarchisten en worden in de armen gedreven van het liberaal individualisme van de klassieke economen, óf ze trekken zich terug in een soort epicuristisch amoralisme, of een supermenstheorie zoals die van Stirner en Nietzsche. De overgrote meerderheid van de anarchistische arbeiders prefereert de anarchistisch-communistische ideeën, die allengs ontstaan zijn uit het anarchistische collectivisme van de Internationale Arbeiders Associatie. Tot deze richting behoren — om slechts de beter bekende exponenten van het anarchisme te noemen — Elisée Reclus, Jean Grave, Sebastien Fauré, Emile Pouget in Frankrijk, Enrico Malatesta en Covelli in Italië, R. Mella, A. Lorenzo, en de meestal onbekende schrijvers van vele uitstekende manifesten in Spanje, John Most van de Duitsers, Spies, Parsons en hun volgelingen in de Verenigde Staten, terwijl Domela Nieuwenhuis een tussenpositie inneemt in Holland. De voornaamste anarchistische kranten die gepubliceerd zijn sinds 1880 behoren ook tot die richting. Een aantal anarchisten van deze richting voegde zich echter bij de zogenaamde syndicalistische beweging — de Franse naam voor de niet-politieke arbeidersbeweging, die zich wijdt aan de directe strijd tegen het kapitalisme dat de laatste tijd in Europa zo sterk naar voren gekomen is.
Deel uitmakend van de anarchistische-communistische richting heeft schrijver dezes jarenlang geijverd voor de uitwerking van de volgende gedachten: het nauwe, logische verband aan te tonen tussen de moderne natuurwetenschappelijke filosofie en het anarchisme — en het anarchisme op een wetenschappelijke leest te schoeien door het bestuderen van de ontwikkelingstendensen die men nu duidelijk in de samenleving kan bespeuren en die een aanwijzing kunnen verschaffen omtrent de verdere evolutie ervan, en de grondslag van de anarchistische ethiek aan te geven. Wat de essentie van het anarchisme zelf aangaat, wilde ik bewijzen dat het communisme meer kans heeft ingevoerd te worden dan het collectivisme, in het bijzonder in communes; en dat vrij ofwel communistisch-anarchisme de enige vorm van communisme is die enige kans maakt geaccepteerd te worden in een ontwikkelde maatschappij; communisme en anarchie zijn daarom twee termen uit de evolutietheorie die elkaar aanvullen, in die zin dat de een de ander mogelijk en aanvaardbaar maakt. Ik heb bovendien geprobeerd aan te geven hoe tijdens een revolutionaire periode een grote stad — indien de inwoners ervan het idee geaccepteerd hebben — zich zou kunnen organiseren volgens de richtlijnen van het vrije communisme: de stad zou aan iedere inwoner onderdak, voedsel en kleding garanderen in die mate als waarover nu alleen de middenklasse beschikt, in ruil voor een halve dag of vijf uren werk. Al die dingen die beschouwd zouden worden als luxe zou een ieder kunnen verkrijgen, indien hij de andere helft van de dag participeert in allerlei open verenigingen die alle mogelijke doelstellingen nastreven — algemeen vormende, literaire, wetenschappelijke, artistieke, sportieve en dergelijke. Om de eerste van deze beweringen te bewijzen heb ik de mogelijkheden onderzocht van landbouw- en industrieel werk in combinatie met verstandelijke arbeid. En om de voornaamste factoren van de menselijke evolutie te verklaren heb ik het aandeel dat de populaire opbouwende vormen van wederzijdse hulp in de geschiedenis gehad hebben, en de historische rol van de staat onderzocht. Zonder zich anarchist te noemen, nam Leo Tolstoj, evenals zijn voorgangers in de algemene godsdienstige bewegingen uit de vijftiende en zestiende eeuw, Chojecki, Denk en vele anderen, het anarchistische standpunt in ten opzichte van de staat en het eigendomsrecht, nadat hij zijn conclusies getrokken had uit de geest van de leringen van Christus en uit wat de rede hem noodzakelijkerwijs voorschreef. Met al het vermogen van zijn talent leverde hij (in het bijzonder in Het Koninkrijk Gods in uzelf) een scherpe kritiek op kerk, staat en wet in hun geheel, en op de huidige eigendomswetgeving in het bijzonder. Hij beschrijft de staat als de overheersing van de slechte mensen met behulp van bruut geweld. Rovers, zo zegt hij, zijn veel minder gevaarlijk dan een goed georganiseerde regering. Hij leverde een grondige kritiek op de heersende vooroordelen omtrent de privileges die de kerk de mensen verleent, op de staat en bestaande bezitsverdeling, en uit de leringen van Christus leidt hij de regel van geen verzet bieden en absolute veroordeling van alle oorlogen af. Zijn religieuze argumenten worden echter niet zo goed gecombineerd met argumenten die ontleend zijn aan objectieve waarneming van huidige misstanden dat anarchistische gedeelten van zijn werken zowel de religieuze als niet-religieuze lezer aanspreken.
Het zou onmogelijk zijn hier in een korte schets aan de ene kant het doordringingsvermogen van anarchistische ideeën in de moderne literatuur weer te geven, en aan de andere kant de invloed die de vrijheidslievende ideeën van de beste schrijvers van deze tijd hebben uitgeoefend op de ontwikkeling van het anarchisme. Men moet de tien grote delen van het Supplement littéraire van het blad La Revolte raadplegen en verder de Temps Nouveaux, die fragmenten bevatten uit de werken van honderden moderne schrijvers die uitdrukking geven aan anarchistische ideeën, om te beseffen hoe nauw het anarchisme is verbonden met al de intellectuele stromingen van onze tijd.
J. S. Mills Liberty, Spencers Individual versus The State, Marc Guyau’s Morality without Obligation or Sanction, en Fouillées La morale, Part et la religion, de werken van Multatuli (E. Douwes Dekker), Richard Wagners Art and Revolution, de werken van Nietzsche, Emerson, W. Lloyd Garrison, Thoreau, Alexander Herzen, Edward Carpenter enzovoort; en de scheppende literatuur de drama’s van Ibsen, de gedichten van Walt Whitman, TolstojsOorlog en Vrede, Zola’s Paris en Le Travail, de recentste werken van Merezhkovsky, en talloze werken van minder bekende auteurs zijn vol ideeën die laten zien hoezeer het anarchisme vervlochten is met het moderne denken in dezelfde richting, namelijk de bevrijding van de mens uit de boeien van de staat zowel als uit die van het kapitalisme.

vrijdag 10 oktober 2014

FiloSofie

Ik heb een boek geschreven over de zin van het bestaan. Een boek dat gaat over het zinvolle einde van een bestaan. Een bestaan dat bestaat uit een dagelijkse strijd voor het bestaan en over het bestaan. Daarin stel ik de vraag wat het zinvolle bestaan is als alle grond onder je voeten weggeslagen wordt. Is er dan nog een bestaan? In eerste instantie niet, want de mens bestaat uit dromen en verwachtingen ook al worden dromen niet als verwachtingspatronen herkend...

Men leeft doorgaans een bestaan dat bestaat uit een machinaal ingesteld patroon. Je wordt geboren gaat naar de school die men het meest geschikte voor jou vindt, vindt werk, vormt een gezin en leeft vervolgens volgens de normen van je uitgestippelde bestaan. Niemand, of bijna niemand, heeft zijn bestaan ooit een draai gegeven die uitzichtloos lijkt. Ik wel...

Ik zocht geen erkenning in beroep of opleiding. Nam dienst op m'n zestiende en zwaaide af op m'n zeventiende. daarvoor had ik al diverse niveaus aan scholing gehad. Van alfa naar beta en weer terug. Ik was een denker en een taalvirtuoos, maar ook in de techniek kon ik meedraaien. Het fascineerde me allebei. Toch ben ik op mijn zeventiende vertrokken met niets anders dan de kleren die ik aanhad en wat noodzakelijke attributen . Je kon me terugvinden in gebieden die door oorlogen en andere ongein waren aangetast. De Levant, of het Midden Oosten, een Golfoorlogje die alleen bij belanghebbenden bekend was, een reis door de jungle van Moçambique en Zaïre vol gevaren en hinderlagen en daarna het trotseren van de zinderende hitte van Mombassa en Durban. Alwaar het feesten begon. Eenmaal thuis in Rotterdam, met een schroeiende oorlogswond en een heel pakket aan ervaringen op m'n twintigste, had ik niet meer de zin en animo om me aan een opleiding te wagen en werd een vrije jongen in de haven en de bouw. Dat is altijd zo gebleven. Ik rolde in baantjes, trouwde m'n allerliefste, kreeg kinderen en kleinkinderen en heb me weten te handhaven, bouwde zelfs bewondering en verafgoding op als de kunstenaar die ik altijd ben gebleven, onder welke omstandigheden ook.

Dat leven, is voor weinigen weggelegd, als de meerderheid het al wil. Die zweert bij comfort, materieel bezit en volstrekte veiligheid. Een vorm van bestaan die kan werken voor velen, maar mij zwaar ongelukkig maakt. En toen de dood aan onze deur kwam kloppen, mijn allerliefste meenam op te jonge leeftijd en een jaar later mij mee wilde nemen, was ik er klaar voor om opnieuw met alleen wat ik aanhad die reis te ondernemen. helaas liet en laat de dood me wachten. Hij staat weliswaar op een hoekje te wachten, klaar om me bij de kraag te pakken, maar geeft me niet de ruimte om zijn voornemen daadwerkelijk uit te voeren. Hij is zo link om me een nieuwe liefde te laten proeven, toekomstplannen te maken en voort te gaan met het bestaan. Daar gaat het boek dus over.

Het is binnenkort te koop op http://www.bravenewbooks.nl/books/60238 voor een zacht prijsje. Smullen voor lieden die van memories houden en de filosofische overpeinzingen van een levenskunstenaar in de marge van het bestaan. Kopen dus!

zaterdag 4 oktober 2014

Kop eraf!

Het is een voortdurend gemiep op alle kanalen, vanuit elke politieke gezindheid, laat staan etnisch geneuzel, dat er maar één etniciteit koppen afhakt. Shaka Zulu, Vlad, nazi's, Tutu's, Huti's, Arabieren, Kruisvaarders om even in chronologische anomalia te blijven, want er zijn nog zat Russen, Atjehgangers en Fransozen die het nodig vonden om koppen af te hakken. Guillotine bedacht een machine, en anderen weer een aardappelschilmesje. Het maakt een enorme rotzooi, dus vanuit hygiënisch oogpunt is onthoofden achterhaald. Dat er nu filmpjes van gemaakt worden, getuigd van een smerig soort exhibitionisme, maar bij gebrek aan beter, wisten tekenaars in andere tijden ook van wanten. De mens is geprogrammeerd om bij executies als eerste aan koppensnellen te denken. Als je dacht dat het is overgenomen van de Dajakkers uit Nieuw Guinea... mooi niet!

De bijbel staat er vol mee, de taferelen aan het oostfront in WO II met lachende SS'ers die voetbalden met afgesneden hoofden en nauwelijks Nieuw Guinea op de kaart konden aanwijzen, laat staan dat ze afwisten van Dajakkers met stenen bijlen, spreken boekdelen. Het kan niet op. Door de hele menselijke geschiedenis heen waren de beesten van het menselijke soort in staat tot het afhakken van hoofden in elke hoek van de aardbol. Ja die is rond, maar het is nu eenmaal een gezegde.

Graf Vlad uit Transylavanië sierde zijn tuinhekje op met afgesneden koppen, Shaka Zulu deed hetzelfde, SS'ers die uit gebrek aan beter menselijke hoofden gebruikten als voetbal en thans IS die er een punt van wil maken. Het is een vorm van kannibalisme dat diep zit. Eigenlijk kun je zeggen dat de pre-Columbiaanse nativs nog een beetje beschaafd waren. Ze sneden alleen de scalp af van hun vijanden en lieten de rest rustig op de romp zitten. 

Dan heb je nog de schedelmeters, ook al zo'n door hoofden geobsedeerd volkje. Tsja... mensheid. De mensheid die allerlei uitvindingen doet en deed. Sinds de invoering van mobieltjes met een camerafunctie is het nu hartstikke in om een selfie te maken. Het liefst met zoveel mogelijk lui op een rechthoekje. Het gaat over koppen, maar de inhoud wordt wel steeds onbelangrijker. De mensheid degenereert nadrukkelijk tot de uiterlijke schijn van hoofden en vraagt zich niet af wat er in schuil gaat.

Kan ook niet anders. Het gaat juist om uiterlijkheden en niet om het innerlijk. Het is namelijk 2014, de apotheose van de menselijke soort.

http://www.statenvertaling.net/kunst/kop-eraf.html




zaterdag 20 september 2014

"Er is niets aan de hand."

Als we het toch over complottheorieën hebben. De Telegraafgroep is al een hele tijd bezig stemming te maken tegen wat zij de linkse kerk noemt, heeft Wilders vast in het zadel gezet en tuigt allerlei online nieuwssites op die voortdurend complexe complotten de wereld insturen. De katvangers als Livestro en consorten hebben een naam, maar diegenen die erachter zitten blijven anoniem. Volg het geld en je komt bij ze uit. 

Het is volgens mij knap verdacht dat sinds Hirsi Ali nogal omhooggedreven is in Amerikaanse denktanks er allerlei volgelingen hier het medialandschap zijn gaan dicteren. De reactiepagina's op de nazi-georiënteerde dagbladpers als Trouw, Volkskrant en NRC worden steeds talrijker bevolkt door uiterst rechtse reacturen, mensen die een genuanceerdere toon aanslaan worden netjes gebanned op besluiten die de vrijheid van meningsuiting geweld aandoet. 

Hirsi Ali dus en de nauw aan haar gelieerde Tea Party en nog wat dubieuze consortia hebben belang bij een sfeer van angst en haat. Het brengt geld in het laadje van het MIC de MAC en nog wat aan Rothschild gelieerde trifalia. Ik heb de feiten nog niet allemaal boven tafel, maar ga beginnen aan een stevig onderbouwd stuk.

NB In deze kringen wordt de Galbraith doctrine breed aangehangen. Volgens Galbraith volgt er onvermijdelijk een omslagpunt als de crisis te lang duurt en pleitte hij mede voor een wereldoorlog. Kassa voor het MIC, kassa voor de wereldbank en oorlogswinstmakers...


dinsdag 16 september 2014

Centrum van bezinning, reflectie en experiment.

Er was een tijd dat de heerschappij door een persoon werd uitgevoerd. Meestal een burggraaf die zich liet assisteren door een raadgever, de sheriff. Ver daarvoor waren het de dorpsoudsten, ouden, die samenkwamen op een plaats die door niemand anders betreden mocht worden dan door de aangewezenen. Een oude werd niet zomaar aangewezen. Het was iemand met ervaring in de strijd, de jacht of aangeboren wijsheid. Een oud geworden dorpsgek kreeg de kans niet, die werd aan een boom vastgebonden tijdens belangrijke samenkomsten. Hij mocht de sjamaan uithangen, de halve gare die op een toeter speelde of een ander zelf verzonnen muziekinstrument... zich bezighouden met de wichelroede en onsamenhangende murmelingen uitstrooien over niet geïnteresseerde dorpsbewoners. Naast de ouden, waren er ook de kunstenaars, priesters, medium tussen het aardse en de droomwereld. Zij hadden een bijzondere gave, werden vrijgehouden van zaken als de jacht en werkzaamheden voor de gemeenschap.

Het is gebleken dat de kunstenaar een uitzonderlijk hoge positie bekleedde in de oertijd. Immers hij of zij was de enige die de verbinding, de brug vormde tussen het hogere en het lage. Terwijl de structuren en de posities veranderden van een overzichtelijk tribaal systeem naar steden en conglomeraties, kwam de kunstenaar steeds verder in het profane terecht. Hij werd ingezet als de plaatjesmaker, de ambachtsman, gelijk aan de smid, de wapenmaker en de timmerman. De verbinder tussen het hogere en lage werd in andere kringen gezocht. Dat werd de priesterkaste... totaal vervreemd van de natuur, geen notie van de materie hebbend. Daar is het verkeerd gegaan. De priesterkaste was uitmuntend in het op schrift stellen van procedures, rites en kronieken die doorgaans van de een door de ander overgeschreven werden... het copypasten werd uitgevonden, plagiaat de norm. Met de desastreuze uitkomst dat van de oorspronkelijkheid niets meer overbleef, terwijl de priester triomfantelijk predikte over de waarde van authenticiteit!

Er waren predikers die zich ertegen begonnen te verzetten, die hun puntenplannen op kerkdeuren spijkerden, zich afkeerden van de simonie, de perversiteit van de toenmalige kerk. Helaas, elke vernieuwing houd een verruwing in.

De prediker werd overvleugeld door de adel, de adel verwerd tot regentisme en het regentisme werd de politiek zoals we nu kennen. Een oplossing is om uit het overweldigende aanbod van kunstenaars en creatieven, juist diegene te filteren die vanuit de prehistorie het afgebroken draadje kan vinden, oppakt en voortgaat op die weg... Zulke kunstenaars moet je met een lantarentje zoeken. Op de aardbevolking gaat het hoogstens over een enkeling of enkelen.

Het surplus aan kunstenaars met een visie en tegelijkertijd een missie wordt met de dag minder. Ze worden niet meer serieus genomen, gemarginaliseerd, gemillimeterd en aan bomen vastgebonden alleen goed om hun kunstjes te vertonen en als het hen meezit, als bezienswaardigheid weggezet in pretentieuze verzamelingen en opgeklopte musea. Voer voor pretentie, prestige en het grote geld. Een zeldzaamheid, die zich daaraan onttrekt en gewoon zijn ding doet zonder roem na te streven.

Ik zet me belangeloos in, vorm een centrum van bezinning, reflectie en experiment en wacht op mijn tijd.


Un coup monsieur?

Kijk... je kan wel een coup d'etat willen plegen om de macht te grijpen. Maar zo'n coup pleeg je niet alleen. Voor je het weet, ben je omringd door een claque, lakeien met een eigen agenda en moet je met alle geweld de guillotine uit de mottenballen slepen, standrecht plegen en nekschoten uitdelen omdat het canaille zonodig ook wil meevreten van de koek. Het gaat ze niet om een betere verdeling van de welvaart voor iedereen... nee in no time willen ze de Audi van de minister, zijn ambtswoning en alle emolumenten vandien. Hetzelfde geldt voor afscheidingsbewegingen. De seperatist met de grootste muil heeft zich in geen tijd genesteld in de residentie van de voormalige machthebber en rookt sigaren zo dik als zijn onderarm, zet een kek petje op en laat zich als de redder des vaderlands portretteren om in zolderkamertjes boven het bed van zich vingerende studentes te laten hangen. Seperatisme en populisme is de Spaanse Griep van deze tijd. Let op m'n woorden, de mensheid gaat uitgedund worden tot miniscule aantallen.

Deze wereld draait, dom genoeg draait ie. Er liggen uitstekende wegen, voorzieningen zijn top, er is genoeg te eten te drinken en te neuken voor lieden die er wel pap van lusten. Nederland heeft zelfs een minister die in een tijgerlegging de troepen inspecteert. Ze duikt even met haar kont omhoog in een geschutskoepeltje van een der laatste tankjes (zegt men, maar er staat een onafzienbare rij pantsereenheden klaar om de Lüneburger Heide om te ploegen) en Jan Soldaat krijgt weer zin om naar Mali te vertrekken of Kunduz om door haar zo'n blikje opgespeld te krijgen wegens uitzending naar projectaandachtsgebieden...

Deze wereld, dit rechthoekje aan de Noordzee, is sophisticated, ontzettend geavanceerd en barst letterlijk van de infrastructuur, met een web aan beleidslijnen waar een achtpotige webwever een stijve van zou kunnen krijgen als hij was behept met een toekelodoris van 18 centimeter. 

Helaas... Den 'Ollander vindt dat hij nooit klaar is met de maakbaarheid van zijn ingepolderde gruyèrekaas... Hier een kloddertje daar een kloddertje, gezeik met shariadriehoeken en Bijbelgordels, import en verloederde inlanders, het moet telkens anders, niemand denkt ooit dat het wel goed is zo indachtig de goede God in zijn eerste hoofdstuk tevreden had vastgesteld. 

Den 'Ollander bouwt een prachtige constructie van Lego of Meccano en sloopt de hele boel na een nachtje slapen weer tot de grond af, want het kan altijd beter, mooier of het buurmeisje moet geïmponeerd, dat kan ook natuurlijk. 

Zielepoten.


vrijdag 12 september 2014

Knal! Kerstbal...

Ze zaten met z'n tienen in een roeiboot. Wat deden ze daar? Ze mijmerden wat, kletsten wat, drie hadden er een dispuut, twee zaten te bamzaaien en de vijf anderen hadden zo hun eigen ding.
Het weer was goed, rustig, geen bewolking en een ielig zonnetje dat kalmpjes over het wateroppervlak scheen. Geen vuiltje aan de lucht, geen golf die het bootje bedreigde. Aan de einder was nog net een streep land te zien, aan de andere kant een messcherpe horizon. Geen vuiltje aan de lucht, geen kapers op de kust, het was mooi weer en een kalme rust. Op de drie disputers na, maar dat mocht toch geen naam hebben.
Geen vuiltje aan de lucht, maar in het bootje werd het plotsklaps erg onrustig. Arthur had een fles uit z'n mouw gehaald en wilde Friedrich ermee slaan. "Ho ho!" Riep Carl driftig. "Als we gaan slaan doe ik mee!" "Maar eerst die fles leeg zuipen!"Schreeuwde Georg Friedrich Wilhelm schor. "En daarna pas mag je die hufter zijn schedel inslaan!"
De stuurman, een kerel met een doek om zijn schouders en een dik boek in zijn hand, stond op. Hij was breedgeschouderd en werd daarom Plato genoemd (Plato is Grieks voor breedgeschouderd).
De stuurman begon in een onverstaanbare taal tegen de boeggast te schreeuwen - ook al een vent in een doek gewikkeld -. De boeggast greep naar een met linnen omwikkelde rol en stond ook op. De situatie leek er dreigend op te worden. Van zachtjes schommelen ging het bootje over in vervaarlijk slingeren.
Het werd echt link toen een van de bamzaaiers zijn dobbelsteen overboord zag gaan. Hij stootte een kakafonie aan Italiaanse klanken uit, greep in zijn boezeroen en trok een levensgevaarlijke dolk. De andere bamzaaier begon dreigend te zingen en de bamzaaier met de dolk viel hem bij. Het was het beroemde duet de Parelvissers van Bizet.
Geen van de kemphanen gaf speciale aandacht aan het gezang. De fles werd leeggezopen, het boek daalde neer op het eerste hoofd dat de stuurman kon bereiken en de linnen rol werd tot aan de schacht in Friedrichs hol gedouwd. Tot bloedens toe...
Waar de stuurman stond, zaten nog twee mannen aandachtig en zeer gedisciplineerd naar het tafereel te kijken.
"Dat gaat niet goed Douglass," zei de een. "Nee Erwin, hier moet wat worden gedaan." zei de ander zonder zijn pijp uit de mond te halen. "Een Tobroekje?" Vroeg Erwin... "Liever een Midwaytje," kraste Douglass... Terwijl de een zijn Schmeisser vanonder de roeibank haalde, greep de ander zijn rondborstige Colt Peacemaker. De kalme rust, al verstoord door het gekrakeel, werd nu ronduit uiteengereten alsof je een kolenkit leeggiet op een metalen plaat.
"Nou Erwin, dat was wat je noemt een Knal! Kerstbal en het is niet eens Kerstmis...Hahaha!"

donderdag 4 september 2014

Ach wat!

Politiek is een raar soort mechanisme. Mensen die uit het niets opklimmen naar topposities, zich vastklampen aan lichaamsdelen, haren en schouders gebruiken om zich aan op te hijsen, Voor politicus hoef je geen kennis te hebben, maar een onuitputtelijk uithoudingsvermogen, spierkracht en zin om mensen als traprede te gebruiken. Wie draagt dan die piramidale berg 'zwaargewichten'? Volkeren, mensen die zich laten wijsmaken dat grenzen gemaakt zijn om hunner etniciteit te bevestigen. Nederlanders hier, Duitsers daar, Zimbabwanen nog verder weg. Door die grote wrap up operatie zijn die volkeren ook nog eens begonnen een taal te ontwikkelen, dat verder gaat dan grenzen stellen. Gebruiken en gewoonten werden ontwikkeld om maar vooral schotten te kunnen plaatsen tussen wij en hunnie... (sic) de anderen en de rest. Het begon al toen kleine potentaatjes zakken vol goudstukken beschikbaar gingen stellen om de een of andere avonturier aan een scheepje te helpen en zo stukken land te ontdekken en vervolgens te annexeren. Zie het als de buurman die zijn voortuintje maar niks vind en het weiland van de overbuurman gaat 'ontdekken' en er zijn pas gekochte koeien laat grazen. Overbuurman moet niet miepen, want buurman heeft een groot gezin en dat is bereid moord en doodslag te gebruiken om de annexatie te consolideren. Maar de straat zit vol potentaatjes en die staan elkaar bij voorkeur naar het leven om ook mee te proeven van de welvaart van buurman. Het weiland van overbuurman is groot genoeg voor ons allemaal, vinden ze.

En dat allemaal, beste mensen, noemen we dus de 'Verlichting' de opkomst van het Westen, de expansiedrift van lieden die vanwege geboorte menen een uitzonderlijke positie in te nemen en die door luitjes van mindere afkomst weldra van de troon werden gestoten om daarna een uitbundige markt te organiseren die zijn weerga niet kent.

En nu? Nu zitten we op het einde van de marktdag met onverkoopbare spullen, appels met een plekje, bananen die overrijp zijn, te veel en te vaak betaste broodtrommels, kromme fietswielen en uiteen gescheurde beha's. Vernield door koopjesjagers die natuurlijk eerst willen weten wat de kwaliteit van het aangebodene is en niet schroomt om er in te bijten, te knijpen en langs de billen te halen als ze net hebben gescheten in een hoekje. De kramen zijn zowat leeg, de verkopers schor en hees van het gillende aanprijzen. De markt, de aarde is uitgeput en wacht op nieuwe waar, maar waar vandaan? Geen nood... de innovators zijn al bezig om nieuwe grondstoffen en nieuwe producten te verzinnen. Even wachten nog en we gaan vrolijk verder met marktwerking en uitputting.

woensdag 3 september 2014

lange redevoering over het particratisme en meer van hetzelfde.

De particratie is het stelsel politieke partijen dat een kleine minderheid is binnen de democratie, maar alle besluitvormingen en beleidstechnieken in handen heeft. Een rotte appel... - zoals nu voortdurend en bijna dagelijks aangetoond is en wordt - en dit wankele particratische stelsel is een ramp voor de samenleving. Het PS is sinds de invoering ervan geen dag zonder grote en kleine calamiteiten geweest. Hele wereldoorlogen, interventies in op zich vreedzame dictaturen met ontelbare slachtoffers tot gevolg, verwoestende natuuronvriendelijke projecten en een cultuur van zakkenvullers en bonaneerders die over de rug van die zogenaamde democratie meer dan 3/4 van de wereldbevolking aan honger en sterfte overgeleverd heeft.
Ik zou dus zeggen willen... Voldoet de Democratie als wereldwijd politiek systeem nog wel of moeten we terug naar de Holle Eik in het bos?
… De democratie is op sterven na dood. Het partijenstelsel heeft zijn langste tijd gehad. Daarmee is het een vraag geworden, de vraag naar hoe anders om te gaan met besluitvorming en bestuur. In de VS zie je dat een machtig blok als de Republikeinen wordt geteisterd door een soort 'worm' de TEA-party. Die 'worm' vreet het binnenste op van een in essentie goed georganiseerde democratisch gestuurd politiek lichaam. Het lichaam is ongeneeslijk ziek geworden door de vleesbacterie die Palin cum suis heet. Niet alleen de republikeinen gaan ten onder aan interne machtscontracten, de Staat zelf gaat ten onder aan een ongegeneerde hebzucht dat leidt tot complete bankroet en een maatschappelijke collaps. In ons land - en ook in België vooral - zie je dezelfde tendensen gebeuren. Een partij als het CDA dat O wonder alleen maar op de been blijft vanwege het interne getouwtrek rond gedogen en aflaten. Een eens grote politieke machtsfactor, niet in de laatste plaats door een volk dat van oudsher niet aan veranderingen overgeleverd wilde worden, maar plotseling voor het fait accompli werd gesteld door de studentenrevoltes her en der in Europa. Eenmaal geroken aan vrije seks, pot en weed, dope en LSD, steeds hardere muziek en groeiend inkomen, bleef het CDA achter als een uitgewoonde partij vol scheuren en afgebrokkeld gezag. De afgelopen dertig jaar is het electoraat meer dan driekwart minder geworden en overgelopen naar dubieuze politieke stromingen als de SP en nu PVV en in mindere mate naar de PvdA een partij van wollige branieschoppers van andermans centen. Evenzo geldt de deflatoire politieke stellingnames van het ongeregeld zooitje dat nu de blauwe bankjes bevolkt als vertegenwoordiger van maar 50% van het kiesgerechtigde volk, als een aflopende zaak omdat voor kleine problemen alleen maar grote catastrofes worden verzonnen. Ga maar na: jarenlang was er een beleid gericht op iedereen aan de slag. Mensen met een vlekje werden begeleid naar werk of in een veilige werkplaats aan de arbeid gehouden. Een paar idioten uit het politieke Walhalla beginnen een stichting, verrijken zichzelf met in hun kielzog een paar slimmeriken en hopla, politiek Den Haag gooit schielijk het badwater compleet met inhoud (het kind van de rekening) door het eerste de beste afvoerputje dat ze tegenkwamen. En zo kunnen we nog een paar compleet onzinnige beleidsvoornemens op tafel leggen. De politiek vervreemd zich van de straat, de straat weet ook al niet waar het om gaat en zo ontstaat een rigodon, een soort dodendans rond een pot met gouden munten dat allang niet meer de inhoud is waar het van wordt verdacht; namelijk goud. Daarmee komt het bruinste vuil aan de macht dat sinds de dagen van het grootste monster van de 20e eeuw niet gekend is. En niet alleen hier, maar ook in België en Frankrijk en aarzelend nog wel in Duitsland en al tijden manifest in Denemarken. Bekijk het electoraat en huiver!


Het alternatief, de derde weg...


Die derde weg kom ik gaarne op terug verderop... Mijn grief betreft de particratie (geregeerd worden door partijgestuurde lichamen) vanwege de stelselmatige uitruil van standpunten neergelegd in verkiezingsprogramma's door de betreffende kiezer uitverkoren en als ruilmiddel gebruikt om de macht te kunnen krijgen of tenminste invloed. Voorbeeld... ik ben sterk tegen allerlei gereguleerde mechanismen als de woningmarkt, de grondpolitiek en nog wat los-vaste items die me de strot uitkomen vanwege allerlei ideologische standpunten (oké noem d'r maar een: de vrijheid om te sterven wanneer je dat wilt). Geen partij die zo'n standpunt als strijd- pijn -of breekpunt gebruikt vanwege de koprol die zoiets vereist. Dus blijven zulke vraagstukken onder in de la liggen.

Het zijn godbetert maar een paar duizend leden die een congres bezoeken en zaken zitten te bedisselen die van internationaal en landelijk belang zijn. Een referendum is ook al niet je van het vanwege de ... jaja... onderbuikgevoelens (zie Zwitserland met haar belachelijke onderwerpen als minaretten en hoofddoekjes)

Particratie is een hobby voor machtswellustelingen, de derde weg is tussen de democratische dictatuur van een minderheid, de tirannie van een despotische satraap (stroman voor industriële complexen waaronder het militaire en de grondstoffenmaffia) een vorm zoeken van inderdaad "De Holle Eik" in het bos.

De derde weg is geen titel of connotatie, maar een middel om het beestje een naam te geven. In mijn kringen noemen we de derde weg ook wel mutualisme in aangepaste vorm. Elk Isme geeft mij persoonlijk al een vieze smaak maar is nu eenmaal onvermijdelijk bij het intermenselijk verkeer.

Het enge van particratie is de vermomming. Partiïsten roepen graag dat ze de democratie aan het beschermen zijn, maar zitten ondertussen hun kont te warmen in beschermde baantjes en riante wachtgeldregelingen als ze onverhoopt moeten vertrekken. Overigens was het Dritte Reich natuurlijk een particratisch monstrum met destructieve uitwerking pur sang. Eerst het democratische spel spelen en dan Machiavelli waardig de democratie uitgekleed en mensonwaardig de woestenij inschoppen. De tendens wijst er weer naar en iedereen lijkt bewust blind ervoor te zijn.
Politieke maskerade is het laatste waar ik op zit te wachten. Eigentijds grotesk realisme komt in de buurt van een kandidaatstelling provinciale verkiezingen die onder het mom van een dubbele overtreding wordt gezuiverd terwijl de dieper liggende oorzaak een lovenswaardig soort medemenselijkheid is dat niet past in de partijcultuur van het zooitje opportunisten dat mij bijkans tot ochtendritualistisch kotsen maant.
Laten we eens ideologische standpunten verlaten voor standpunten die het leven als volwaardig individu mogelijk maken. Ik heb niks met confessionele standpunten, sociaaldemocratische standpunten, liberale standpunten, nationalistische standpunten, industriële standpunten, bilaterale wapentechnische standpunten, grondstoffen uitruil tegen machtsmisbruik en exploitatie standpunten...

Wie heeft dat wel? De overgrote meerderheid van de burgerij staat zich te buiten te gaan aan arbeidsovereenkomstige bezigheden die veel tijd kosten en weinig ruimte laat voor partijpolitieke onderonsjes in goed uitgeruste zaaltjes met een verzekerde airplay nationwide. Het zijn net popsterretjes, uitgenaste friemelaars die onder het mom - jaja masker - van "Het goede voor hebben" gewoon zijn goede besluitvorming onmiddellijk terug te draaien voor partijpolitieke belangen.
…De oplossing is het opdoeken van de oude politieke situatie dat de kiezer een mandaat afgeeft aan een onbetrouwbare volksvertegenwoordiger, in die zin dat volksvertegenwoordigers per definitie teveel water bij de wijn moeten doen om hun verkiezingsbeloften gestand te doen vanwege het coalitiedenken ook bij jou, ook in de omringende landen.

Wat dan? Die beruchte derde weg van community, sharing en dealing is een verlopen en verloren weg. In 1989 of daaromtrent terecht van de aardkloot geschopt door Gorbatsjov.

Gemeenschap, kansen, verantwoordelijkheden en rekenschap afleggen zijn versleten begrippen. Gemeenschappelijk is er niets meer te verdelen. Iedereen zal en moet op de eigen bezittingen blijven zitten, kansen schep je niet, kansen dwing je af en verantwoordelijkheden worden al decennia lang bij anderen neergelegd... zoiets van: Mijn buurman dient zich aan de wet te houden en voor mij geldt dat er altijd een verzachtende omstandigheid is om dat niet te doen en ja... dat rekenschap afleggen...

Nogmaals het voert hier te ver om in 'n blog neer te leggen, maar ik wijs nog even op het begrip mutualisme dat een groot deel van het geheim blootlegt. (Zie Wikipedia voor een verklaring.) Symbiose is nodig voor samenleven, synergie voor samenwerken, synthese is als een mand vullen met verse appels en de verschimmelden laten zitten.

Nog even over de regering... die hebben we toch niet nodig om ons te waarschuwen niet voor een rijdende auto over te steken? De mens is een sociaal wezen, het kan niet alleen leven, het leeft in community's. Wederzijdse behoefte en gemeenschappelijke belangen leiden tot zekere overeenkomsten om ons veiligheid en andere gemakken te verschaffen. Kijk naar dit medium: niemand wordt onder dwang bezitter gemaakt van dit boek of krijgt een dringende oekaze om nu maar eens flink te gaan posten bij de eerste de beste signeersessie van deze fameuze schrijver. Wetenschapper, kunstenaar, filosoof en timmermansknecht vinden allen hun eigen inspiratie en wederzijdse impulsen en behoeften zonder de inmenging van een supervisor in de persoon van een in zijn denkkracht beperkt politicus die ook nog eens rekening te houden heeft met allerlei lobbygroepen en industriële chanteurs.

Om tot een succesvolle community te komen, zal ongelijkheid en onrecht uitgebannen dienen te worden en dat kan alleen maar door eerlijk spel, wederzijdse afhankelijkheid en rust in de tent. Het gevoel onrechtvaardig behandeld te worden brengt onrust teweeg, sterkt de raaskallende ophitser in zijn opportunistische machtsdenken en geeft voedsel aan de onderbuik zodat het onrecht nog verder uitgediept wordt. Het volk kun je 't niet eens kwalijk nemen, het is 't mechanisme van conservatieve krachten en behoudzuchtige van eigendomsrechten op grondstoffen en land die de samenleving heeft gemaakt tot wat ie is.
Mijn boekenkast staat vol ingewikkelde verhandelingen over federatief mutualisme een leer door Kropotkin en Proudhon bedacht; uitgewerkt, anderen hebben weer hun steentje bijgedragen aan het nog ingewikkelder maken dan het is. Probeer die leer tot een essentie terug te brengen en zelf uit te voeren door een uitruil van talenten te organiseren de Dienstenvacaturebank geheten. De idee is om diensten uit te ruilen zoals het woord al zegt. Om regels weg te werken moet je gewoon de regels afschaffen en van tevoren aangeven wat er voor in de plaats komt. Beter zou zijn, met de grijze economie van Ghanezen in de Bijlmer (Amsterdam) in het achterhoofd om zo'n situatie spontaan te laten ontstaan.

Tijdens de laatste diepe crisis '75/'81 of daaromtrent, werd de arbeider met twee voeten hardhandig op aarde teruggezet. In die jaren begonnen zich spontane economieën te manifesteren. Op basis van een uitkering, werden er handeltjes opgezet, klussendiensten georganiseerd en ontstonden er kunstenaarsinitiatieven en buitenparlementaire actiegroepen die niks van krakersrellen van doen hadden (ook een onderdeel trouwens) maar alles met eloquent van je afbijten in het toenmalige discours van no-nonsense politiek en ijzerharde bezuinigingen. Het fenomeen anarchistische werkloze ontstond in die tijd.

Moraal van dit verhaal... als de mens wordt teruggeworpen op zijn basisnoden, is hij inventief genoeg om de regels te verwerpen en zijn eigen parameters te ontwerpen.

Ik blijf bij die "Holle boom theorie" vanwege het blote feit dat in tijden van teruglopende welvaart elk omhulsel aantrekkelijk is.
Op een goede dag, het was ergens in mei omdat de krokusjes d'r kopjes lieten hangen en de primula begon te bloeien, kwam ik na een lange wandeling langs het terras waar de Heren Spinoza, Newton, Einstein, Tesla en Teilhard de Chardin dagelijks een kopje vinnegrettethee kwamen nuttigen en elkaars geschriften om de oren sloegen onder het slaken van venijnige kreten als "Ik denk tenminste heren," Spinoza; "De appel is mijn getuige" Newton; gevolgd door de pruttelende commentaren van Einstein en Tesla. Teilhard de Chardin zat daar dan altijd een beetje zelfgenoegzaam aan zijn pijpje lurkend bij. Zei niet veel en liet het allemaal tot zich komen.

Op die bewuste namiddag had de Chardin er kennelijk genoeg van. Hij stond plotseling en met een rukkerige beweging op, smeet zijn pijp in de rododendrons en siste Spinoza toe dat niet hij bestond vanwege het denken, maar dat Descartes deze wereldberoemde uitspraak verzonnen en gebezigd had. Ergo summa con summa sum dat hij: Spinoza... een vergulde boef was met gemanicuurde jatten en een opgepoetst gelaat (Als pater Jezuïet dorst de Chardin blijkbaar niet blote billensmoelwerk te zeggen).

Dat gezegd hebbende, snoof de Chardin nog eens diep, wierp een frons op Friedrich Nietzsche die in zijn zakdoek zat te proesten, groette vrij minzaam WF Hermans en K van het Reve die armpje zaten te drukken aan de rand van het terras en beende met kwaaie stappen weg richting Mont La Verde Du Fin om bij Cezanne te gaan uithuilen.
…Tsja die Hegel.... zattie de laatste keer niet bij Jenssen zijn beklag te doen over Lou Andreas-Salomé die op haar niveau onverwijld de philosophenpolitzei in kennis stelde van haar voornemen om met een verouderde Walther PK zijn kop van de romp te schieten of heb ik nu de vlegeljaren van Lange Frans in 't vizier?

Het hele verkiezingscircus zal eens ophouden te bestaan omdat de staat van wetteloosheid haar intrede doet zoals na iedere chaos er een andere chaos ontstaat die van mensen praktische wezens maakt. Wetteloosheid hoeft niet per definitie anarchie te zijn, wetteloosheid is een manier van bestaan dat in experimentele tijden het beste uit de samenleving haalt. Leegloop van het voorland maakt dat de achterblijvers een parallelle economie gaan vormen, men helpt elkaar, heeft elkaar ook nodig en dat bindt samen.


Wat nou weer?


Plotseling is er dan geen stroom meer voor internet en eifoon, peperdure electrokarretjes en snelle treinverbindingen. Radar valt uit, luchtvaart stopt, scheepvaart alleen nog mogelijk onder zeil of roeien bonaneerders! Gaskraan gaat dicht, winters worden harder, zomers worden heter, werkgelegenheid is enkel en alleen nog maar voor beveiligingsdiensten die met hun laatste kogels gestolen uit de wapendepots van Gladio en Berlusconi’s P2 de matchmakers bescherming bieden.

Toch wil de mens wonen, kleren aan het lijf, een aardappeltje eten en een biefstukje erbij liefst. De mens wordt teruggeworpen op het zelf, de innerlijke klok, de innerlijke coderingen die de mens allang vergeten was (dacht ie) en nu van pas lijken te komen. Eerst gaat de mens stelen, moorden en weet ik al niet wat. Dan gaat de mens in paniek raken, komen er praatgroepjes die elkaar gerust stellen dat het zo erg niet is, dat Jozef ook sprinkhanen at en drenkelingen elkaar. Dan gaan de ondernemender types op pad, braden zo hier en daar een oude filosoof, slecht ter been, kon niet vluchten helaas en tegen de tijd dat alle oude baasjes en wijfjes doorgedraaid zijn, komt het gezonde verstand weer tevoorschijn, worden de handen ineengeslagen en ontstaat het Utopia ineens wel. Komt Moore ook even om de hoek kijken met een hartstochtelijk bravo...

Kortom, het kiesstelsel is dan een archetypische verschijning en komt een hele tijd niet meer in beeld. Totdat enkele ondernemende types op pad gaan, her en der een stukje mensenvlees braden en de cyclus weer van voren af aan begint.

Nog even over Plato…


Plato sucks! Plato met z'n elite, z'n faustiaanse dikdoenerij over kunst en cultuur dat als een etterende puist zou moeten worden weggesneden uit des mensen benarde hersen(non)capaciteit. Niet Plato met z'n denkbeelden over een standenmaatschappij die volledig te definiëren valt als puur despotisme.

1. De mens, althans sommigen, willen alles onder controle hebben en houden en het liefst naar zich toe trekken omdat controle status geeft en emolumenten en privileges en noem maar op wat voor uitwassen en spinselen de mens toestaat om als controleur door het leven te mogen gaan.

2. Wat dan in de plaatsgesteld van het controle-platoonse-cultihaterige-discours? Blijft over de oude structuren rond de holle eik in het bos.

Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal
- Albert Einstein

“Haha toch nog een gemompelde quote van Appie, m'n liefste... “

3. Wat dan?! Dat weet ik niet... of toch wel?
Hervormen uit idealisme is zelden een gouden greep gebleken. De idealist is even een held, later neemt de incubator het over. De incubator is als de uitvinder van de guillotine, de oprichter van bloedraden en heksenwagen, de volger en uitvoerder van doctrines.

4. Vervolgens komt afgunst en na-ijver in beeld, niet voordat de controleur zich heeft gemeld. Beria was een controleur, Trotsky een incubator... Om er even de nabije revolutionaire geschiedenis bij te halen. Pas geleden beet iemand me toe dat de kop van Guevera die aan mijn muur hangt die van een massamoordenaar was... volgens velen was Che juist een idealist en verloor zijn ideaal met de neus op de feiten gedrukt... het werd hem ontfutseld door de regeerbeluste reconquistas... Vervolgens werd en wordt hem de schuld in de schoenen geschoven.

Waarom Tejo? als jij geen helden vereert???? Hangt die kop dan aan jouw muur? Tezamen met die van Lennon, Lenin, Van Gogh, Martin Luther King, Rembrandt en Ghandi!!!!????? Ik noem het de Lost Illusions dames en heren. Het verlies van geloof en waarde en een waarschuwing niet te worden als zij... Verliezers op het ouijabord van geopolitieke machtsspelletjes. En ja, hun gedachtegoed staat op de universele harde schijf, maar wat wordt ermee gedaan?
Juist al die voorgangers met de allerbeste intenties hebben niet voor elkaar gekregen dat het "Systeem" uitmuntend beschreven door Pirsig, onderuitgehaald werd. Het is de massa, die telt, de charisma van leiders en voorgangers die meer appelleert aan gevoelens van behaaglijkheid, dan wel onbehaaglijkheid. Een Berlusconi die ongegeneerd zijn gang kan gaan zonder schaamte en wordt vereert als een volksheld. En zo kunnen we er nog een stapel aanwijzen. Kijk ook eens naar de uiterst aimabele Rutte en verder en verder en verder...


Nog even over democratie …


…"Verkeer als een samenspel van weggebruikers" Hiermee is het failliet aangetoond van een door en door verrot systeem als het huidige democratische. We spraken af dat bij een paal met groen oranje en rood licht in stijgende opvolging de verkeersdeelnemer zich zou houden aan... groen is rijden; oranje is remmen en rood is stoppen of stilstaan. We spraken ook af dat we een bepaalde snelheid aan zullen houden, conform de gevaarzetting van overschrijding (bij een kleuterschool bv) alert zijn en ons houden aan de aantoonbaar daartoe gepositioneerde verkeersborden. Wat er vervolgens gebeurt is dat de haastige ambassadeur zijn chauffeur maant de gang er in te houden omdat er hoogstbelangrijke zaken bestaan die de onverdeelde en onverwijlde aandacht van deze hoogwaardigheidsbekleder nodig heeft. De gewone slagersknecht die erachter rijdt ziet dat, denkt bij zichzelf dat ook hij belangrijke zaken af te handelen heeft die geen vertraging dulden en spoort zijn rechtervoet via een ingewikkeld neuronometrisch systeem aan om hetzelfde te doen als de diplomaat. Daar weer achter een huismoeder met een struma en zweetvoeten, gevolgd door Kareltje die vanwege puberale naweeën geen geduld kent en het huismoedertje keihard van de weg drukt om toch maar een meter of vier eerder bij het verkeerslicht te mogen stoppen om in het kielzog van slagersknecht en ambassadeurstransporteur de straatstenen uit het wegdek te sleuren met een oorverdovende acceleratie en navenante rubbersporen.

Ergo summa komma sum, eenieder doet wat ie wil en lapt omgangsvormen nodig in het vrije verkeer tussen mens en dier omstandig aan den laars. De fout komt dit keer van bovenaf, hetzelfde als de uitholling van de democratische gedachte van boven komt.

Maar dan komt ene Koos Spee om de hoek kijken. Die vindt dat de automobilist aan allerlei extra regeltjes moet voldoen. Afgezien van goede regeltjes als gordeltje om, niet bellen of uit het raam spuwen tijdens het rijden, stoppen voor rood en rijden bij groen, niet toeteren tijdens het afscheid, heeft meneer Spee ook nog een aantal laterale spelregels laten bedenken die het autorijden steeds minder aantrekkelijk maakt. (ik ben bezig een vorm te vinden voor hoe het dan wel moet met de samenleving) Spee installeert allerlei geavanceerde apparaatjes waarmee de snelheid tot op de millimeter wordt afgeklokt. Twee millimeter over de schreef en Koos stuurt je subiet een rekening. Koos heeft hierbij een standpunt. Als je jezelf aan de snelheid houdt, gebeurt je niets.

Koos is de verpersoonlijking van een regering die eenieder bij voorbaat wantrouwd. De afgelopen kabinetten hebben gewedijverd in rookverboden, pascontroles, preventieve fouilleringen en noem ze maar op al die maatregelen die maar een ding veroorzaken... een gevoel van onveiligheid, onbehagen en wantrouwen naar iedereen.

Deze beleidsdaden zijn ingegeven door een gebeurtenis die op zichzelf gruwelijk en barbaars is: 9-11-2001. Volgens mij was Nederland het eerste land dat een veiligheidscoördinator heeft aangesteld, het eerste land waar gebivakmutste zwarthemden met gummiknuppel en traangas huizen binnendrong met vermeende moslimfundamentalisten die het als een puberaal spelletje zagen om websites te vullen met semantische blabla en idiosyncratische korantekstvertalingen. Onschuldig? Nee, waard om invallen te plegen en er een nationaal televisieavondje van te maken? Ook niet. Op het bureau roepen en een stevige reprimande op z'n Baantjer's: Niet meer doen jongens!

Zelfs in de VS waar de vliegtuigen angst en beven brachten, is men niet zo doorgeslagen als in dit land. Gemeente Vreesch en Beef met haar Binnenhof en antiterreurmaatregelen heeft het verkeer in dit land danig verstoord en kan de geest niet meer terug in de fles krijgen. Integendeel, ze hebben een kapperszoon uit Venlo aangetrokken om het land nog verder af te laten glijden naar een zelfveroorzaakte zondeval hoofdschuddend bekeken door buitenlandse waarnemers. (zie Wiekielieks
... Wat dan? Een revolutie? Op de barricaden? Verkiezingsboycot? Het laatste zou ik propageren, echter de kieswet zegt dan dat er nieuwe verkiezingen moeten worden uitgeschreven en in de tussentijd is het hele apparaat tot nietsdoen gedoemd.


Summa gumma ;-)


Europa zou één moeten worden en opgaan in een federatief stelsel zonder parlementen maar met raden. Dan komt de aloude politieke machinatie weer aan bod en is het oude wijn in... Overigens is de radenfederatie een beladen begrip onder het Oud Strijders Legioen... Raden... Sovjets... Commies, Trees waar is mijn geweer?

Wat ik zou doen? Nederland verlaten en aan het lot overlaten, niet omkijken want dan verander je in een zoutpilaar. Eenmaal verlaten overspoeld de Noordzee de kusten en brengt het land weer terug naar haar oorsprong: een moerassige delta in de kromming van de Rijn.


Knipoog naar Anarchia...


Als we tezamen oplossingen zouden vinden voor de verlopen Vreesch & Beef dogmatiek, de Bruine Demagogie en het Institutionalistische Hospitaliseren van Ongekende Mogelijkheden onder het toeziend oog van dilettantistische protofascisten tsjakka! ben ik er helemaal voor in om die oplossingen aan de man te helpen brengen. Mijn ideale maatschappij heb ik al geschetst namelijk. Ik ben hartstikke voor de Holle Eik dialectiek, de kleine gemeenschappelijke initiatieven die optrekken met een netwerk van gemeenschappen in aanvulling van elkaars noden en behoeften. Federatief mutualisme in een notendop.

Afschaffen de kiesstelsels, de parlementen en de raden van grote geïndustrialiseerde landen en staten, de globalistische kapitaalmarkt, de collaboraties met zich vijandig opstellende regio's en oliekartels als OPEC en wapenkartels annex annex. Niet te doen? Niet te geloven? Niet te realiseren en een natte droom van een antiglobalist in de zin van het voorgaande? Non de rien! Die beweging bestaat, is actief en welbespraakt. Je kunt er geen lid van worden, maar steunen waar je staat of gaat. Zelfs actief meedoen is geen probleem. Geen ballotagecommissies, kiesverenigingen of politieke klasjes. Je borduurt eenvoudig een Rode A op je jasje, grijpt een rugzakje met een krentenbol en tandenpoetsgerei en vertrekt spoorslags naar Reykjavik, Kioto of Buenos Aires of where all the action is going on. Come to Chicago, Stephen Stills...