De hele
wereld kijkt toe hoe mensen uit de Afrikaanse landen in gammele bootjes
stappen, met soms alleen het goed aan hun lijf als bezit, en daarmee een
gewaagde oversteek maken naar het beloofde land achter de horizon. Velen, te
velen, halen die horizon niet. Boten slaan lek vanwege de staat waarin ze
verkeren, ze kapseizen vanwege de overload aan mensen, opeengepakt als spreekwoordelijke
haringen in een ton, soms zelfs in het zicht van de haven.
Volgens het
paper van Clingendael Instituut “Interceptie op de Middellandse Zee”
publicatiedatum 6 september 2012 (alweer 2 jaar geleden) naar aanleiding van het rapport (maart 2012) van de rapporteur van
de Raad van Europa, de Nederlandse senator mevrouw Strik, getiteld "Lives
lost in the Mediterranean Sea: who is responsible?" is er sprake van
volledig falen door het gebrek aan eenduidige interpretatie wie
verantwoordelijk is voor de redding van schipbreukelingen aka verdrinkende
asielzoekers. Droogjes wordt er geconstateerd dat er op belangrijke onderdelen
van het maritieme recht geen eenduidige Europese interpretatie bestaat. Dat
leidt ertoe dat staten kunnen wegkijken, dat individuele reders langszij varen
en levens eindigen in diepe wateren. Een ongeschreven wet op zee is, dat
drenkelingen behoren te worden gered, wie het ook zijn en waar ze vandaan
komen.
Clingendael
Instituut: “Een andere aanpak van de situatie op de Middellandse Zee lijkt
nodig om te voorkomen dat er ook in de toekomst meer dan duizend personen per
jaar het leven laten. De EU lidstaten controleren onder de coördinatie van
Frontex gezamenlijk de buitengrenzen. Het zou de zuidelijke lidstaten enorm
helpen als ze die verantwoordelijkheid ook delen bij de opvang van
asielzoekers. Een gemeenschappelijke aanpak in lijn met het internationaal
recht ten aanzien van personen die de overtocht van Noord Afrika naar Europa
ondernemen en die op zee in nood komen te verkeren, kan de dood van deze mensen
voorkomen.”
Dat er een
einde moet komen aan die schrijnende nood van duizenden verdronken
asielzoekers, is wel evident. Sinds de verschijning van dit paper hebben zich
nauwelijks veranderingen voorgedaan in het redden van schipbreukelingen
afkomstig uit het continent Afrika. Ondanks het Zeerecht, zitten er heel veel
haken en ogen aan het embarkeren van desbetreffende schipbreukelingen. Actie
vanuit particulier initiatief kan de doorbraak forceren mijns inziens, vooral
als er veel publiciteit bij komt kijken.
Wat in
aanvang een wild idee leek, neemt steeds vastere vormen aan: Het oprichten van
een non-profit organisatie (NGO) dat fondsen gaat werven voor de aankoop van
een zeegaand schip met voldoende accommodatie om grote groepen drenkelingen op
te nemen, te verzorgen en weer aan land te brengen, waar ook ter wereld. Het
schip, groot genoeg, gaat dan onder de vlag van een natie varen dat aantoonbaar
begaan is met de schrijnende nood van mensen die in hun wanhoop aan boord gaan
van wrakke schuiten, louter om aan hun armzalige situatie te ontsnappen, welke
die ook is. Ons gaat het namelijk niet aan wat de drijfveren van die mensen
zijn. Ons gaat het als mens aan dat een ander mens zonder enige hulp te krijgen
jammerlijk verdrinkt in de golven en die met alle macht die in ons is van de verdrinkingsnood te redden.
We kunnen en
mogen dat niet accepteren. Niet als mens, niet als bewoners van een welvarend
stukje van de planeet Aarde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten