maandag 10 november 2014

Souls over Seas

De hele wereld kijkt toe hoe mensen uit de Afrikaanse landen in gammele bootjes stappen, met soms alleen het goed aan hun lijf als bezit, en daarmee een gewaagde oversteek maken naar het beloofde land achter de horizon. Velen, te velen, halen die horizon niet. Boten slaan lek vanwege de staat waarin ze verkeren, ze kapseizen vanwege de overload aan mensen, opeengepakt als spreekwoordelijke haringen in een ton, soms zelfs in het zicht van de haven.

Volgens het paper van Clingendael Instituut “Interceptie op de Middellandse Zee” publicatiedatum 6 september 2012 (alweer 2 jaar geleden) naar aanleiding van  het rapport (maart 2012) van de rapporteur van de Raad van Europa, de Nederlandse senator mevrouw Strik, getiteld "Lives lost in the Mediterranean Sea: who is responsible?" is er sprake van volledig falen door het gebrek aan eenduidige interpretatie wie verantwoordelijk is voor de redding van schipbreukelingen aka verdrinkende asielzoekers. Droogjes wordt er geconstateerd dat er op belangrijke onderdelen van het maritieme recht geen eenduidige Europese interpretatie bestaat. Dat leidt ertoe dat staten kunnen wegkijken, dat individuele reders langszij varen en levens eindigen in diepe wateren. Een ongeschreven wet op zee is, dat drenkelingen behoren te worden gered, wie het ook zijn en waar ze vandaan komen.
Clingendael Instituut: “Een andere aanpak van de situatie op de Middellandse Zee lijkt nodig om te voorkomen dat er ook in de toekomst meer dan duizend personen per jaar het leven laten. De EU lidstaten controleren onder de coördinatie van Frontex gezamenlijk de buitengrenzen. Het zou de zuidelijke lidstaten enorm helpen als ze die verantwoordelijkheid ook delen bij de opvang van asielzoekers. Een gemeenschappelijke aanpak in lijn met het internationaal recht ten aanzien van personen die de overtocht van Noord Afrika naar Europa ondernemen en die op zee in nood komen te verkeren, kan de dood van deze mensen voorkomen.”

Dat er een einde moet komen aan die schrijnende nood van duizenden verdronken asielzoekers, is wel evident. Sinds de verschijning van dit paper hebben zich nauwelijks veranderingen voorgedaan in het redden van schipbreukelingen afkomstig uit het continent Afrika. Ondanks het Zeerecht, zitten er heel veel haken en ogen aan het embarkeren van desbetreffende schipbreukelingen. Actie vanuit particulier initiatief kan de doorbraak forceren mijns inziens, vooral als er veel publiciteit bij komt kijken.

Wat in aanvang een wild idee leek, neemt steeds vastere vormen aan: Het oprichten van een non-profit organisatie (NGO) dat fondsen gaat werven voor de aankoop van een zeegaand schip met voldoende accommodatie om grote groepen drenkelingen op te nemen, te verzorgen en weer aan land te brengen, waar ook ter wereld. Het schip, groot genoeg, gaat dan onder de vlag van een natie varen dat aantoonbaar begaan is met de schrijnende nood van mensen die in hun wanhoop aan boord gaan van wrakke schuiten, louter om aan hun armzalige situatie te ontsnappen, welke die ook is. Ons gaat het namelijk niet aan wat de drijfveren van die mensen zijn. Ons gaat het als mens aan dat een ander mens zonder enige hulp te krijgen jammerlijk verdrinkt in de golven en die met alle macht die in ons  is van de verdrinkingsnood te redden.

We kunnen en mogen dat niet accepteren. Niet als mens, niet als bewoners van een welvarend stukje van de planeet Aarde. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten