maandag 16 september 2013

Filmpje

Hoofdinspecteur Piet Corneel Kabelgaren klopte op de deur van zijn directe chef commissaris Gradus Maria Brandhouth. Het norse binnen klonk hem zoals altijd als een wanklank in de oren. Brandhouth was natuurlijk geen vriendelijke chef, had nog nooit van dienend leiderschap gehoord, was direct uit de kerkers en de sjablonen van omhooggevallen apparatsjiks gesjord door de hoofdcommissaris Sien Leuterijzer gehuwd met Marion Kolfduiker en op die stoel daar vastgebonden alsof hij er nooit meer vanaf zou gaan.
Brandhouth stond bij de muur waar een reusachtige stadsplattegrond hing, vol rode cirkels, groene lijnen en wat stippen met een vlaggetje er in geprikt. Stafkaart, noemde hij dat. 'Hier zit hij,' zei Brandhouth driftig met een aanwijsstokje tikkend op een punt in de verste bovenhoek van de kaart.
'Wie is hij? Als ik zo vrij mag zijn commissaris.' Vroeg Kabelgaren met een gemaakte grimas.
'De moordenaar Van Den Diefhoecke eikel!' was Brandhouth's onheuse reactie, rechtstreeks uit de leerboekjes van de dichtsbijzijnde MBA collegebanken.
'Met uw permissie commissaris, maar is dit geen klusje voor de Elementair Gepantserde Eenheid?'
Brandhouth ontstak in razernij. 'Aan dat stelletje mafkezen overlaten zeg je!? Ben je getikt of zo? Wij gaan dit klusje klaren, of je het leuk vind of niet. Hengstenbal!' Kabelgaren wist wel van de competitiedrang van Brandhouth. En het azen op de warmgestookte stoel van Leuterijzer. Hij zuchtte diep en hoorde het aanvalsplan van zijn chef met een half oor aan.
'We omsingelen Van Den Diefhoecke, roken hem uit en snijden zijn keel af. De Staat heeft al genoeg kosten, en hij krijgt vast en zeker een pro deo advocaat, wat dat al niet kost. Ik heb de staatssecretaris hemzelve beloofd die gek uit te roeien en zijn familie erbij. Jammer dat Westerling niet meer leeft, die had wel raad geweten! Verzeker je van de juiste wapens zoals: een straalgeweer van 40 watt en de laserrichter. Traangasgranaten F6kj 2.0 en het koolzuurvernevelingsapparaat.'
'Zinloos.'
'Hè? Wat?!'
'Daar pak je Van Den Diefhoecke niet mee chef.'
'Nonsens broer! Hij heeft geen schijn van kans!'

Brandhouth keek nors voor zich uit zodra Kabelgaren de deur achter zich dicht had gedaan, zachtjes om de asbakken te ontwijken. Wat heb ik eigenlijk aan die vuilak? Dacht Brandhouth. Hij had de verhalen wel gehoord. Kabelgaren zou alleen seksueel geprikkeld raken door de lichamelijke afscheidingen van een vrouw. Vaginale witte vloed, faeces en het bloedklonterige menstruum dat maandelijks rijkelijk vloeide uit de schede van een gezonde vrouw. Het was algemeen bekend. Nog verleden jaar had De Teef de Staatssecretaris van Justitie hem hoogstpersoonlijk gedegradeerd omdat hij bij een pasbevallen agente smakelijk van haar moederkoek had zitten eten. Nota bene in het bijzijn van Grutjes en De Kale, twee collega's. Hij had het arme wicht gedreigd haar kantoorbaan af te nemen. Nu zat ze hoog en droog bij de Sociale Recherche, maar het had ook anders af kunnen lopen.
Even ritselde het gordijn achter Brandhouth. Een rode waas gleed voor zijn ogen. Onwillekeurig schokte zijn afgesneden hoofd nog als een verbaasde sprinkhaan voordat het over zijn bureau naar een verre hoek van zijn kantoor rolde.

Kabelgaren sloop met zijn manschappen door het hoge gras van de Brede Ruwaard van Puttenlaan in de richting van een talud. Even hief hij zijn hand op. 'Team Alfa Romeo naar links! Team Hyundai Whatever naar rechts! En Team Dacia Roestbak blijft hier! Vooruit allemaal!! Rechts en links uit de flank en doorstoten!!' Een lichte trilling in de aardbodem had kabelgaren moeten waarschuwen, maar de goede man had geen ervaring in junglegevechten, laat staan kroeggevechten. De grond barstte open en verzwolg de manschappen voor ze maar een stap vooruit hadden kunnen zetten. Ze verdwenen in een muil van gloeiend staal en vuur, zwaveldampen verstikten degenen die overdekt door brandwonden en vlammend vlees de dieperik in werden getrokken. Er was geen uitweg mogelijk in deze hel van gierende ontploffingen en dansende wezens met staarten als drietanden.

Minuten later die een eeuwigheid leken, hervond Kabelgaren zich steunend en kreunend. Hij lag dwars over het talud, bloed gutste uit talloze gaten en een gier dook op zijn opengerete borst. Aarzelend doopte hij een vinger in het warme bloed dat als fonteintjes uit zijn gegeselde lijf spoot en likte er aan. 'Hmmm, dat smaakt goed zeg.' Kabelgaren keek om zich heen en zag dicht bij hem de resten van een agente liggen. Even wilde hij zich bedwingen, maar met een krachteloos armgebaar joeg hij de gier van zich af en kroop amechtig hijgend naar het eens bloeiende lijf van een rondborstige agente toe. Hij begroef zijn gezicht in het opengerete vlees van de agente... smakkend en slurpend vrat hij zich een weg door het ontzielde lichaam met de gier op een afstandje die kokhalzend toe stond te kijken. Zelfs het beest werd dit tafereel te veel.

Van Den Diefhoecke keek het met geloken ogen aan, maakte een zalvende beweging, spande de haan van zijn Heckler und Koch en schoot met één enkel schot het perverse beest naar de hel....

Aftiteling...
 

1 opmerking:

  1. waar generaal management niets meer doet helpt de integraal opgeleide commando .. (troep)

    BeantwoordenVerwijderen