dinsdag 16 juni 2015

Ware verhalen en de verzekering dat het gelogen is.

Onlangs werd bekend dat Christopher Lee op een respectabele leeftijd overleed. Lee was vooral bekend om zijn rol als Dracula. Bram Stoker creëerde dit heerschap uit oude volksverhalen. Dracula de guerre de nom van woiwode Vlad III, leefde in de vijftiende eeuw op een bergtop diep in Transylvanië, kwam van oorsprong uit Walachije maar werd eenvoudigweg door Stoker in Transylvanië geparkeerd om daar een schrikbewind te voeren compleet met gespietste hoofden op zijn kasteelmuren. Geen lekkertje dus. Bloeddorstig was ie, maar of hij z'n dagen sleet in een doodskist en 's nachts vampier werd, dat is dus een verhaal dat nog steeds de rondte doet. Ik sprak Dracula laatst op een bloeddonorfestival voor de schoolkrant. Hij verzekerde mij dat de gespietste hoofden waarover men sprak, bloeiende geraniums waren in werkelijkheid. Dracula (werkelijke naam Rick van Smith) walgt van bloedworst, lijd aan somnabulisme en apnoe en wordt vaak in z'n tuintje gesignaleerd in een zwarte kapmantel die hij nog van zijn oude moedertje had geërfd. De goede man leed ontegenzeggelijk zichtbaar aan de beeldvorming die men over hem heeft. Ik kreeg prompt medelijden met hem, maar werd direct terechtgewezen: "Voel maar meelij met die Christopher Lee, hij dacht werkelijk Dracula te zijn en speelde niet dat hij bloed dronk, nee hij dronk bloed... liters van dat spul om in zijn rol te komen!" Jammer, weer een mythe doorgeprikt.

Fictieve romans beginnen vaak met "Er was eens..." maar een roman als Gullivers Reizen is weldegelijk een waarachtige beschrijving van een reis met onvoorziene gevolgen. De heer Lemuel Gulliver werd de toeloop van nieuwsgierigen bij zijn huis in Redcliff zo zat dat hij besloot een stuk land te kopen met een comfortabel huis in de buurt van Newark. Hij liet zijn reisverslag achter bij een zekere Swift, naaimachinefabrikant in Kensington die daar het beroemde boek Gullivers Reizen uit distilleerde. Swift vertelde me dat hij het manuscript driemaal zorgvuldig had doorgelezen en de stijl duidelijk en eenvoudig vond, maar ietwat breedsprakig. Swift, een eenvoudige boerenzoon die hoogbegaafd werd bevonden na tientallen tests door goeroes in de omgeving van Aleister Crowley en zijn kornuiten Bram Stoker en William Butler Yeats, zag zijn kans schoon en maakte er uiteindelijk een verhaal van dat door niemand werd geloofd maar gevreten door zijn publiek.

Ach, daarmee kunnen we alles in twijfel trekken. Het bestaan van het kabinet Rutte I & II, de participatiemaatschappij en de boeken die de PVV ideoloog Martin Bosma schrijft. Allemaal fictie. Ook Bosma lijd onder zijn beeldvorming vertelde hij me laatst in de beeldentuin van de Buitenplaats in Eelde. "Schrijf je een heldenroman, wordt die vertaald als een politiek statement dat de laatste dagen van Nederland inluidt." Er biggelden zowaar tranen uit z'n zwart omrande ogen. "Natuurlijk is Nederland in verval," snikte Bosma nog na, "maar dat gaat niet zozeer om de Bosscheplaat en de dreven van Giethoorn = ken jij Fanfare? Schitterende film toch? Met hoe heet ie alweer... Ja ja Rien Mussert als triangelist of is het triangelspeler? Onnavolgbaar dat portret!" Bosma werd zowaar weer blij. Met z'n mouw veegde hij z'n tranen uit en vervolgde..."Nee het zijn de Hollanders die worden bedreigt. Altijd weer die Hollanders!"

Een troost... schraal maar doeltreffend. Boeken als die van Bosma en Swift zullen altijd geschaard worden onder romannetjes met een slecht einde. Ze zijn ongeloofwaardig en de een blijft voor altijd literatuur en het andere verdwijnt in de grabbelbakken van de Slegte (die weer terugkomt, de Heere Zij Geprezen!).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten